1 Chronicles 14:2

1 Chronicles 23:17

26) De kinderen

Hier staat kinderen voor kind, gelijk Gen. 46:23, en 1 Kron. 2:8,31. En hij wordt het hoofd genaamd, dat is de eerste, alhoewel daar geen tweede wordt uitgedrukt, omdat hij de eerstegeborene zijns vaders was. Alzo staat er Matth. 1:25, dat Jezus de eerstgeboren zoon van Maria was, waaruit geenszins bewezen kan worden dat de heilige maagd Maria daarna meer zonen of kinderen gehad heeft.

Ge 46.23 1Ch 2.8,31 Mt 1.25

1 Chronicles 29:25

31) een koninklijke majesteit,

Hebreeuws, een majesteit des koninkrijks.

32) koning van Isra‰l

Noch rechter, noch regent, onder de Isra‰lieten. Zie 1 Kon. 3:13, en 2 Kron. 1:12.

1Ki 3.13 2Ch 1.12

2 Chronicles 1:1

1) werd versterkt

Dat is, nam enen moed, aanmerkende zijn wettelijke verkiezing tot de kroon, de eenparige toestemming des volks, den algemenen vrede des lands, en wegneming van alle beletselen van denzelven.

2) was met hem,

Zie Gen. 21:22.

Ge 21.22

3) ten hoogste

Hebreeuws, opwaarts. Alzo 1 Kron. 22:5, en 1 Kron. 23:17, en 1 Kron. 29:25. De zin is dat Hij hem als omhoog verheven heeft door grootheid van staat, eer, vrede en rijkdom.

1Ch 22.5 23.17 29.25
Copyright information for DutKant