1 Chronicles 3:16

20) Jechonia

Hij wordt ook Jojachin genoemd, 2 Kon. 24:6, en door kleinachting Chonia; Jer. 22:24,28.

2Ki 24.6 Jer 22.24,28

21) Zedekia

Deze zou, naar sommiger gevoelen, dezelfde Zedekia zijn, die in 1 Kron. 3:15 genoemd is de zoon van Josia en oom van Jechonia, 2 Kon. 24:17; maar hier genoemd een zoon van Jechonia, omdat hij hem in het koninkrijk gevolgd is, gelijk de kinderen hun vader in de erfgoederen volgen. Alzo zou ook Sealthi‰l een zoon van Jechonia genoemd worden, omdat hij hem in de vorstelijke regering als naaste erfgenaam, gevolgd is. En Jechonia zou te Babel zonder kinderen gestorven zijn, uit Jer. 22:30; en Sealthi‰l eigenlijk een zoon geweest zijn van Neri, van de nakomelingen van Nathan, den zoon van David, den broeder van Salomo, Luk. 3:27,31. Anderen zeggen dat deze Zedekia 1 Kron. 3:16 een ander is dan 1 Kron. 3:15 staat. Ten eerste, omdat in geen geslachtsregister aan een zoon twee vaders uitdrukkelijk worden toegeschreven; ten tweede, omdat de oom niet kan wezen de zoon van zijn neef, en dat [naar hun gevoelen] nog geen exempel in enig geslachtsregister is bevonden, waar het woord zoon [hoewel het anders verscheidenlijk gebruikt wordt] een navolger in de regering zou betekenen. Want Sealthi‰l, 1 Kron. 3:17, de zoon van Jechonia eigenlijk genoemd wordt, omdat hij van hem gegenereerd is, Matth. 1:12, en verscheiden is van een anderen Sealthi‰l, Luk. 3, die gegenereerd is van Neri, Luk. 3:27, zodat dezelfde namen geen zeker teken zijn van dezelfde personen, gelijk te zien is Luk. 3:24, vergelijk met Luk. 3:29, en 1 Kron. 6:7,9, vergelijk met 1 Kron. 3:11,12. Gelijk ook Jer. 22: aan Jechonia zaad wordt toegeschreven, Jer. 22:28,30, waartegen het Hebreeuwse woord Ariri [aldaar gebruikt] niet strijdt, hetwelk betekent ontbloot, somwijlen ten aanzien van kinderen, somwijlen ten aanzien van land en goed, dat is, uitgeworpen, hetwelk met Jer. 22:28 overeenkomt. Van deze beide gevoelens zal de verstandige lezer mogen oordelen.

1Ch 3.15 2Ki 24.17 Jer 22.30 Lu 3.27,31 1Ch 3.16,15,17 Mt 1.12 Lu 3.27,24,29 1Ch 6.7,9 3.11,12 Jer 22.28,30,28

Matthew 1:11-12

9) Jechonias

Enigen voegen hier bij Jakim; en Jakim gewon Jechoniam, hetwelk met het register der koningen van Juda, 1 Kron. 3:16, enz. en met het getal van veertien alhier, Matth. 1:17, niet kwalijk schijnt overeen te komen. Dat alzo meest alle oude boeken en overzettingen dit bijvoegsel van Jakim niet hebben, zo wordt dit hier nagelaten; te meer omdat door Jechonias in het Matth. 1:11, verstaan kan worden de vader, die ook Joakim is genaamd, en door Jechonias in het Matth. 1:12, de zoon, die ook Joachin is genaamd, en aldus wordt hier het getal van veertien ook vervuld.

1Ch 3.16 Mt 1.17,11,12

10) omtrent de Babylonische overvoering

Of in, of ten tijde; dat is, tegen den tijd van de gevankelijke wegvoering der Joden naar Babyloni‰.

11) Salathi‰l

Velen menen dat dezen Salathi‰l niet is geweest een natuurlijke zoon van Jechonias, alzo bij Luk. 3:27 gezegd wordt te zijn een zoon van Neri, en het Jer. 22:30 schijnt dat Jechonias geen kinderen nagelaten heeft; maar dat hij zijn zoon genaamd zou worden omdat hij, als zijn naaste bloedverwant, hem in de regering van het Isra‰lietische volk opgevolgd is; gelijk 1 Kron. 3:16 Zedekias genaamd wordt een zoon van Jechonias, omdat hij hem ook in het rijk opgevolgd is, die nochtans 2 Kron. 24:17 zijn oom genaamd wordt; te meer omdat Luk. 3:27 gezegd wordt dat Salathi‰l afkomstig is geweest van het geslacht Nathan, bij hetwelk na de Babylonische gevangenis de regering des Joodsen volks is geweest, gelijk schijnt afgeleid te kunnen worden uit Zach. 12:12. Doch anderen menen dat deze Salathi‰l is geweest een natuurlijke zoon van Jechonias, en dat Salathi‰l, van wien Luk. 3:27, spreekt een andere Salathi‰l is geweest dan deze, alzo deze aldaar genaamd wordt een zoon van Neri. Zie de aantekening bij Ezra 3:2.

Lu 3.27 Jer 22.30 1Ch 3.16 2Ch 24.17 Lu 3.27 Zec 12.12 Lu 3.27 Ezr 3.2

Matthew 1:17

14) veertien geslachten

De evangelist heeft ook maar veertien koningen en vorsten uitgedrukt, omdat van Abraham tot David maar veertien geslachten van voorvaders zijn geweest, waarom hij enige geslachten der koningen en vorsten heeft overgeslagen. Zie Matth. 1:8, en Luk. 3:24, enz.

Mt 1.8 Lu 3.24
Copyright information for DutKant