1 Corinthians 1:30
68) uit Hem zijt Dat is, uit Zijne genade en kracht; gelijk Rom. 11:36. Zie 1 Joh. 4:1,2,4,6. Ro 11.36 1Jo 4.1,2,4,6 69) in Christus Dat is, met Christus, door het geloof verenigd; Rom. 8:1. Ro 8.1 70) wijsheid van Dat is, een oorzaak en stof van alle rechte wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiligmaking. 71) verlossing. Namelijk van alle kwaad en ellenden des lichaams en der ziel, welke volkomen zal geschieden ten uitersten dage, die daarom de dag der verlossing genaamd wordt; Ef. 4:30. Zie ook Luk. 21:28; Rom. 8:23. Eph 4.30 Lu 21.28 Ro 8.232 Corinthians 5:21
52) gekend heeft, heeft Hij Dat is, die van alle zonde vrij is geweest; 1 Petr. 2:22. 1Pe 2.22 53) zonde voor ons gemaakt, Dat is, ene offerande voor de zonde, gelijk Lev. 7:2. Of, zonde, door toerekening van onze zonden, gelijk Hij ook gezegd wordt een vloek geworden te zijn; Gal. 3:13. Le 7.2 Ga 3.13 54) rechtvaardigheid Gods Dat is, rechtvaardigd voor God. Of, dat de rechtvaardigheid Gods ons zou toegerekend worden; Rom. 4:4,5, enz. Ro 4.4,5 55) in Hem. Namelijk Christus, ten aanzien dat wij in Hem zijn, en Zijn gerechtigheid ons wordt toegerekend; Rom. 8:1, enz. Ro 8.1
Copyright information for
DutKant