1 Corinthians 1:9

20) getrouw,

Namelijk in het uitvoeren zijner beloften, waarmede Hij beloofd heeft dat Hij de Zijnen niet zal verlaten. Zie Jes. 49:15.

Isa 49.15

21) de gemeenschap

Namelijk niet alleen de uitwendige, waardoor wij belijdeni gemeenschap te hebben aan Christus en Zijne weldaden, maar inzonderheid de inwendige, waarin wij door het geloof en door den Geest van Christus, met Hem verenigd en al Zijne weldaden deelachtig zijn. Zie Rom. 8:32; Ef. 3:17; 1 Joh. 1:3.

Ro 8.32 Eph 3.17 1Jo 1.3
Copyright information for DutKant