1 Corinthians 10:20

39) den duivelen offeren,

Want vele van de heidense afgoden, die zij door hunne beelden eerden, waren boze geesten. Zie Lev. 17:7, en Deut. 32:17. En hoewel zij somwijlen enige gestorvene mensen en andere creaturen daardoor wilden eren, of ook zelfs den Schepper des hemels en der aarde, gelijk Hand. 17:23; Rom. 1:21 te zien is, zo worden zij nochtans gezegd den duivelen die eer aan te doen, omdat de duivel van zulken beeldendienst een ingever en insteller was, waardoor God niet ge‰erd maar onteerd werd; Jes. 40:18, en Jes. 42:8.

Le 17.7 De 32.17 Ac 17.23 Ro 1.21 Isa 40.18 42.8

Revelation of John 9:11

13) Abaddon, en in de Griekse

Abaddon in het Hebreeuws en Apollyon in het Grieks, betekent verderf en verderver, en komt overeen met den naam, dien de apostel Paulus den antichrist geeft; 2 Thess. 2:3,4,9, als hij hem noemt de mens der zonde, en de zoon des verderfs, de tegenstrijder, en die zich verheft boven al wat God genaamd wordt, wiens komst is na de werking des satans; waarvan zie de verklaring aldaar.

2Th 2.3,4,9
Copyright information for DutKant