‏ 1 Corinthians 15:42-43

127) Alzo zal ook

Dat is, gelijk er onderscheid is tussen vlees en vlees, en tussen lichamen en lichamen, in heerlijkheid, zo zal ook in de opstanding onderscheid zijn tussen de hoedanigheden onzer lichamen, die wij nu hebben op de aarde en die wij hebben zullen na de opstanding in den hemel.

128) Het [lichaam] wordt

Dat is, deze onze lichamen, die wij nu op de aarde hebben, worden afgelegd, zijnde nu de verderflijkheid onderworpen; maar opgewekt zijnde, zullen zij voortaan onverderflijk zijn; blijvende wel dezelfde lichamen, maar begaafd met andere hoedanigheden.

129) in oneer, het wordt

Dat is, zijnde een dood lichaam, dat lelijk en onaangenaam is om te zien en te handelen. Zie Filipp. 3:21.

Php 3.21

130) in heerlijkheid;

Dat is, schoon en blinkende, gelijk de sterren en de zon; Matth. 13:43, en Matth. 17:2.

Mt 13.43 17.2

131) in zwakheid,

Dat is, zijnde allerlei zwakheid, krankheid en mismaaktheid onderworpen.

132) kracht.

Namelijk om alle verderlijkheid tegen te staan en te weren, en om zichzelven krachtig en haastig te bewegen gelijk de mens zal willen.

‏ 2 Corinthians 5:6

13) van den Heere.

Namelijk Jezus Christus, wiens lichamelijk aanschouwen en tegenwoordigheid wij zolang moeten derven, gelijk blijkt 2 Cor. 5:8, en verklaard wordt Filipp. 1:23.

2Co 5.8 Php 1.23

‏ 2 Corinthians 5:8

‏ Philippians 3:20-21

84) onze wandel

Of, burgerschap, dat is, burgerlijke verkering en wijze van leven der rechte Christenen. Zie Filipp. 1:27.

Php 1.27

85) is in de hemelen,

Dat is, zodanig, dat zij altijd trachten niet naar aardse dingen, maar naar hemelse, en naar de heerlijkheid, die in de hemelen is weggelegd. Zie Col. 3:1,2.

Col 3.1,2

86) waaruit wij

Grieks uit welke; namelijk plaats der hemelen. Zie dergelijke Matth. 2:9.

Mt 2.9

87) verwachten,

Namelijk om te komen oordelen de levenden en de doden; Hand. 1:11.

Ac 1.11
88) vernederd lichaam

Grieks het lichaam onzer vernedering, of, ons lichaam der vernedering; dat is, dit ons sterflijk en verderflijk lichaam.

89) veranderen zal,

Het Griekse woord betekent in gedaante of hoedanigheid veranderen. Zie 1 Cor. 15:52, enz.

1Co 15.52

90) gelijkvormig worde

Namelijk in onverderflijkheid, onsterflijkheid en andere geestelijke eigenschappen. Zie 1 Cor. 15:48,49.

1Co 15.48,49

91) Zijn heerlijk lichaam,

Grieks het lichaam Zijner heerlijkheid, of Zijn lichaam der heerlijkheid, namelijk hetwelk Hij na Zijne opstanding, en nu nog in den hemel heeft.

92) naar de werking,

Dat is, naar Zijn goddelijke en alvermogende kracht, waardoor Hij alles vermag, en derhalve ook de opwekking en verandering onzer lichamen teweeg kan brengen.

‏ Hebrews 11:14

41) zulke dingen zeggen,

Namelijk dat zij vreemdelingen en gasten zijn op aarde.

42) een vaderland zoeken.

Namelijk dat buiten deze wereld in den hemel is, gelijk Hebr. 11:16 wordt verklaard.

Heb 11.16

‏ Hebrews 11:16

44) schaamt Zich God hunner niet,

Dat is, verontwaardigt zich niet.

45) genaamd te worden;

Namelijk zelfs na hun dood, gelijk hij doorgaans wordt genoemd de God van Abraham, Izak en Jakob. Zie Exod. 3:6. Waaruit Christus zelf besluit, dat deze dan niet alleen kinderen Gods waren, terwijl zij op aarde leefden, maar dat hunne lichamen ook weder zouden opstaan, zo God niet is een God van doden, maar van levenden, Matth. 22:31,32.

Ex 3.6 Mt 22.31,32

46) een stad bereid.

Namelijk die fondamenten had in den hemel, waarin God zelf zijn heerlijkheid openbaarde, en hen als rechte burgers zou ontvangen, Filipp. 3:20.

Php 3.20

‏ Revelation of John 7:14

21) Heer, gij weet het. En hij zeide tot mij:

Zo noemt Johannes dezen ouderling uit eerbied.

22) de grote verdrukking komen;

Namelijk onder den antichrist. Want van de andere martelaars is in Openb. 6 gesproken.

23) wit gemaakt in het bloed des Lams.

Dat is gereinigd. Want het bloed van Jezus Christus reinigt ons van al onze zonden; 1 Joh. 1:7.

1Jo 1.7
Copyright information for DutKant