‏ 1 Corinthians 15:43-44

129) in oneer, het wordt

Dat is, zijnde een dood lichaam, dat lelijk en onaangenaam is om te zien en te handelen. Zie Filipp. 3:21.

Php 3.21

130) in heerlijkheid;

Dat is, schoon en blinkende, gelijk de sterren en de zon; Matth. 13:43, en Matth. 17:2.

Mt 13.43 17.2

131) in zwakheid,

Dat is, zijnde allerlei zwakheid, krankheid en mismaaktheid onderworpen.

132) kracht.

Namelijk om alle verderlijkheid tegen te staan en te weren, en om zichzelven krachtig en haastig te bewegen gelijk de mens zal willen.

133) Een natuurlijk lichaam wordt er

Gr. ziellijk, dat is, dat van de ziel bewogen wordt in alle natuurlijke werkingen, tot voedsel, beweging, voortteling en dergelijke, strekkende.

134) een geestelijk lichaam wordt er

Dat is, niet ten aanzien van het wezen, maar alleen ten aanzien van de geestelijke hoedanigheden, waarmede het versierd zal wezen, en omdat het door den Geest Gods zal bewogen worden, de ziel met het licht des Geestes vervuld zijnde.

135) Daar is een natuurlijk lichaam,

Dat is, zo blijkt dan dat de mens twee‰rlei lichaam toegeschreven wordt, niet ten aanzien van het wezen, maar vanwege de hoedanigheden, zijnde hier een natuurlijk lichaam, en zal hiernamaals zijn een geestelijk lichaam.

Copyright information for DutKant