1 Corinthians 7:30-31

58) die wenen,

Dat is, die in droefheid zijn, voornamelijk over de ongevallen, die het huwelijk medebrengt, door het afsterven van man, vrouw, kinderen, of dergelijke zwarigheden en tegenspoeden, die in het huwelijk voorvallen.

59) die blijde zijn,

Namelijk over de oorzaken, die de huwelijke staat ook somwijlen hiertoe geeft, in het krijgen van kinderen, uit huwelijken, of andere gemakken en vermakingen.

60) als niet bezittende;

Dat is, hun hart daarop niet stellende, alzo dat zij door het gebruik derzelve van het voornaamste goed zouden afgekeerd worden. Zie Matth. 6:19,33, gelijk ook de volgende woorden verklaren.

Mt 6.19,33
61) de gedaante dezer

Dat is, de dingen, die de wereld als een groot goed en geluk acht, maar die niets anders dan een schijn daarvan zijn, gelijk enige vertoningen in de schouwspelen plegen, waarvan het Griekse woord schema genomen is; zie Pred. 1:2; 1 Joh. 2:16,17.

Ec 1.2 1Jo 2.16,17

2 Corinthians 4:18

35) aanmerken de dingen

Namelijk als op een wit waarnaar wij trachten, gelijk het Griekse woord eigenlijk medebrengt.

36) die men ziet, maar de dingen

Dat is, de wereldse eer of oneer, gemakken en ongemakken dezes levens, die wij dagelijks voor onze ogen zien.

37) die men niet ziet; want de dingen die men ziet

Namelijk door de ogen des lichaams, dat is, de geestelijke en hemelse heerlijkheid en vreugde, die beloofd is, en die wij geloven en hopen, waarvan hij breder handelt in 2 Cor. 5. Zie Hebr. 11:1.

Heb 11.1

Colossians 2:14

51) Uitgewist hebbende

Dat is, doorgetrokken en uitgeworpen, of ten enenmale vernietigd, gelijk wij spreken.

52) het handschrift,

Het Griekse woord Cheirographon, dat is, handschrift, nemen hier sommigen voor een schrift, dat met Gods hand zelve in stenen tafelen was geschreven, gelijk van de wet der tien geboden betuigd wordt, Exod. 34:1; en wordt dit bij hen verstaan van de wet der zeden, of der tien geboden, die tegen ons te zijn gezegd wordt ten aanzien van haar scherpen eis van volkomen gehoorzaamheid, of bij gebreke van die, vanwege hare vervloeking, die Christus voor ons aan het kruis heeft gedragen, en ons daarvan verlost, Gal. 3:10,13. Doch alzo de apostel hier eigenlijk handelt tegen de onderhouding der besnijdenis en andere ceremoni‰n, zo wordt dit handschrift hier verstaan van de wet der ceremoni‰n des Ouden Testaments, die een handschrift worden genoemd, dat tegen ons was, omdat zij als een obligatie of schuldbrief waren, waardoor de mensen hunne misdaden en schulden dagelijks voor God wel bekenden, en nochtans door het uiterlijk oefenen derzelve nooit werden verlost, gelijk Paulus verklaart Hebr. 10:1, enz., gelijk dit woord Cheirographon, of handschrift, ook genomen wordt in den Grieksen tekst, Tob. 5:3, en Tob. 9:3. Dit blijkt ook uit de vergelijking van deze plaats met Ef. 2:14,15, waar dit woord handschrift in inzettingen genoemd wordt de wet der geboden in inzettingen, welk woord dogmasi, dat is, ordinanti‰n of inzettingen, nergens in Gods Woord voor de wet der tien geboden wordt gebruikt, noch ook het woord dogmatizesthe, Col. 2:20. En hetgeen van Paulus aldaar wordt bijgevoegd, bewijst dat ook klaarlijk. Want de wet der zeden maakt eigenlijk gene vijandschap tussen Joden en heidenen, alzo die ook in de natuur geschreven is, Rom. 2:14; maar het is alleen de wet der ceremoni‰n, door welke dit onderscheid en vijandschap tussen deze volken werd veroorzaakt, gelijk aldaar is aangetekend. Van de wet der zeden kan ook niet wel gezegd worden, dat Christus die uit het midden heeft weggenomen door Zijnen dood, om ons van de onderhouding derzelve ten enenmale te bevrijden, gelijk Paulus hier voren heeft bewezen. Want hoewel wij van den vloek en de scherpe onderhouding van de wet der zeden zijn verlost door Christus, zo blijven wij nochtans aan de onderhouding derzelve verbonden, als aan een regel van dankbaarheid, die wij God v¢¢r onze verlossing schuldig zijn.

Ex 34.1 Ga 3.10,13 Heb 10.1 Eph 2.14,15 Col 2.20 Ro 2.14

53) in inzettingen

Of, door de inzettingen, of bevelen, waardoor sommigen verstaan de inzettingen of leringen des Nieuwen Testaments, door welke de wet der ceremoni‰n is verklaard teniet gedaan te zijn; doch de vergelijking met de plaats Ef. 2:15, toont dat dit handschrift in deze inzettingen bestond, en wordt hier geleerd dat dit handschrift, niet enkel door de leer en inzettingen van Christus, maar door den dood van Christus aan het kruis is teniet gedaan, die hetzelve aan het kruis heeft genageld, en ten enenmale vernietigd, wanneer Hij voor onze misdaden en voor de schuld van die aan het kruis heeft voldaan. Want waar voldoening van schuld is, daar is geen handschrift, noch schuldbrief meer van node, en wordt derhalve gecasseerd.

Eph 2.15

54) enigerwijze

Of, heimelijk, secretelijk, namelijk omdat de wassingen, offeranden en andere ceremoni‰n des Ouden Testaments de mensen wel schenen te reinigen, doch inderdaad zulks niet deden, maar hen van hunne schuld alleen overtuigden, tenware zij door dezelve tot Christus werden gebracht, wiens bloed de gewetens alleen kon reinigen van dodelijke werken; Hebr. 9:9, enz.

Heb 9.9
Copyright information for DutKant