1 Kings 1:35
48) een voorganger Of, voorstander, leidsman, prins, alzo onder, 1 Kon. 14:7, en 1 Kon. 16:2. 1Ki 14.7 16.21 Kings 16:2
3) uit het stof Dat is, uit een zeer lagen en geringen staat. Vergelijk 1 Sam. 2:8; Ps. 113:7. Het woordje stof is dikwijls genomen voor laagheid, verachting, onvermogen, droefheid, nietigheid, Job 16:15; Ps. 7:6, en Ps. 119:25; Jes. 26:5; Klaagl. 3:16. 1Sa 2.8 Ps 113.7 Job 16.15 Ps 7.5 119.25 Isa 26.5 La 3.16 4) gewandeld hebt Zie boven, 1 Kon. 15:26. 1Ki 15.26 5) doen zondigen, Zie boven, 1 Kon. 14:16. 1Ki 14.162 Kings 20:5
2 Chronicles 6:5
7) verkoren Zie 1 Kon. 8:16. 1Ki 8.16 8) dat Mijn Naam Zie 1 Kon. 8:16. 1Ki 8.16 9) en geen man De Heere heeft tevoren zijn volk wel vorsten, richters en leidsmannen toegeschikt, maar niet als David, bij wiens nakomelingen de opperheid der regering, tot de toekomst van den Messias [van wiens eeuwig koninkrijk hij een voorbeeld was], blijven moest.
Copyright information for
DutKant