1 Kings 6:9-10
27) bedekte Te weten, van binnen aan zijn dak. 28) gewelven Hebreeuws, naar sommiger gevoelen, ruggen. 29) rijen van cederen. Hebreeuws, ordeningen in, of, met cederen; dat is, met ordelijke samenhechting van cederen balken, planken, of berderen. 30) hij voegde Dat is, hij legde ze en paste ze op de inkorting van den muur des tempels. Zie boven, 1 Kon. 6:6. 1Ki 6.6
Copyright information for
DutKant