1 Kings 8:39
70) al zijn wegen, Zie Gen. 6:12. Ge 6.12 71) alle kinderen der mensen; Dat is, alle mensen. Alzo Num. 23:19; Job 16:21; Ps. 8:5; Pred. 3:21. Nu 23.19 Job 16.21 Ps 8.4 Ec 3.21 2 Chronicles 6:23
25) doe, Te weten, naardat uw gerechtigheid ten aanzien van zijn eed en de zaak vereist. Zie 1 Kon. 8:31, en in 1 Kon. 8: de verklaring van enige dingen hier volgende. 1Ki 8.31 26) naar zijn gerechtigheid. Versta, naar de gerechtigheid zijner zaak, die hij met de mensen heeft uitstaande, en niet naar de gerechtigheid zijns persoons, die niemand zo heeft dat hij voor God zou bestaan kunnen, Ps. 130:3, en Ps. 143:2. Ps 130.3 143.2 Ezekiel 9:10
45) Mijn oog zal niet verschonen, Hij spreekt in den toekomenden tijd, omdat het voorverhaalde nog niet was geschied inderdaad, maar alleen in een gezicht, hetwelk in den geest van den profeet was ene afbeelding en voorzegging van hetgeen dadelijk te zijner tijd geschieden zou. 46) hun weg op hun hoofd geven. Dat is, hen straffen, gelijk zij met al hun boze werken verdiend hebben. Zie 1 Kon. 8:32, en boven Ezech. 7:3. 1Ki 8.32 Eze 7.3
Copyright information for
DutKant