1 Samuel 1:15

32) bezwaard van geest;

Hebreeuws, hard van geest, of gemoed.

33) mijn ziel uitgegoten

Dat is, mijns harten nood en benauwdheid.

Psalms 42:4

8) spijze

Hebr. brood; dat is, ik voed en verzadig mij met tranen, gelijk een ander met spijs. Verg. Ps. 80:6.

Ps 80.5

9) Waar

Dat is, waar is nu de hulp van uwen God, op wien gij u verlaten hebt? alzo onder, Ps. 42:11. enz.

Ps 42.10

Lamentations 2:19

104) Maak u op,

Een gebod aan de godzaligen tot bidden.

105) maak geschrei des nachts

Dat is, klaag den Heere openlijk en vrijmoediglijk uwen nood.

106) in het begin der nachtwaken,

Hebreeuws, aan het hoofd der [nacht]-wachten; dat is, te dien tijde als de nacht begint.

107) stort

Vergelijk Ps. 22:15, en Ps. 42:5, en Ps. 62:9, en Ps. 102:1.

Ps 22.14 42.4 62.8 102.1

108) uw hart uit

Dat is, al de zwarigheid, die gij in uw hart hebt.

109) handen tot Hem op

Hebreeuws, palmen. Alzo Klaagl. 2:20,22.

La 2.20,22

110) voor de ziel uwer kinderkens,

Dat is, voor het leven, gelijk Ps. 6:5. De zin is: Om te bidden dat God uw kleine kinderen wil verschonen.

Ps 6.4

111) die in onmacht gevallen zijn van honger,

Of, die versmacht zijn.

112) vooraan op alle straten.

Hebreeuws, aan het hoofd van alle straten; dat is aan alle hoeken, wegen en stegen der stad; vergelijk Jes. 51:20, en onder Klaagl. 4:1.

Isa 51.20 La 4.1
Copyright information for DutKant