1 Samuel 16:13
26) hij zalfde hem Te weten, nadat hij zijn vader, hem en allen, die daar tegenwoordig waren, den wil des Heeren hiervan had te kennen gegeven. 27) de Geest des HEEREN werd vaardig over David Zie dergelijk exempel Richt. 13:25, en 1 Sam. 11:6. Jud 13.25 1Sa 11.62 Samuel 5:3
8) oudsten van Isral Zie Exod. 3:16, en vergelijk Lev. 4:15, en Lev. 9:1. Ex 3.16 Le 4.15 9.1 9) een verbond Waardoor zij wederzijds bij ede tot hun schuldige plichten werden verbonden. 10) aangezicht des HEEREN; Dat is, in bijwezen des priesters met den efod bekleed, of, in een statelijke vergadering en rijksdag, met aanroeping van des Heeren naam. Vergelijk Richt. 11:11. Jud 11.11 11) zalfden David tot koning over Isral. Dit was Davids derde zalving. Zie boven, 2 Sam. 2:4. 2Sa 2.4
Copyright information for
DutKant