1 Samuel 18:13-14

21) hij zette hem

Niet uit gunst hem dezen staat gevende, maar op hoop dat hij in de handen der vijanden vallen en doodgeslagen zou worden. Zie 1 Sam. 18:17,25.

1Sa 18.17,25

22) ging uit en hij ging in

Dat is, hij leidde het volk aan den vijand en van den vijand, gelijk zulks een kloeken overste betaamde. Alzo ook onder, 1 Sam. 18:16.

1Sa 18.16

Psalms 89:20

39) in een gezicht

Dit verstaan sommigen van de openbaring, die God Samu‰l deed als Hij David tot een koning wilde gezalfd hebben, 1 Sam. 16:1; maar anderen verstaan het vasn hetgeen God NAthan heeft geopenbaard, 2 Sam. 7:4,13, enz., welk verstand het beste schijnt te wezen, aangezien de woorden, die God tot Nathan sprak, uitdrukkelijk verhaald worden, Ps. 89:21.

1Sa 16.1 2Sa 7.4,13 Ps 89.20

40) van uwen

Of, tot.

41) Ik heb hulp

Dat is, ik heb een held verordend en met kloekheid begaafd, om te zijn een helper en voorvechter van mijn volk tegen hunne vijanden; en versta hier David, gelijk blijkt uit Ps. 89:21, die ook Gods volk hielp en verloste, kloekelijk voor hetzelve vechtende, 1 Sam. 18:13,14, enz. David hierin zijnde een voorbeeld onzes Heeren Christus.

Ps 89.20 1Sa 18.13,14

42) een verkorene

Te weten, David, dien Ik uit al de zonen van Isa‹, ja uit gans Isra‰l verkoren heb.

Copyright information for DutKant