1 Samuel 2:18

40) lijfrok.

Hebreeuws, efod. Vergelijk 2 Sam. 6:14.

2Sa 6.14

2 Samuel 6:21-22

47) aangezicht des HEEREN,

Gelijk boven, 2 Sam. 6:14,16,17. David wil zeggen dat hij dit alles ter ere Gods en tot dankbaarheid voor zijn onbegrijpende genade, zo geestelijke als lichamelijke, gedaan heeft, ja dat hij [gelijk volgt] nog veel meer schuldig was te doen, en doen wilde.

2Sa 6.14,16,17

48) voor uw vader en voor zijn ganse huis,

Dit is, voorbijgaande uw vader en uws vaders huis.

49) mij instellende

Hebreeuws, mij gebiedende; of bevelende een voorganger, versta te zijn; dat is, mij instellende tot een voorganger. Vergelijk onder, 2 Sam. 7:11, en 1 Sam. 13:14.

2Sa 7.11 1Sa 13.14

50) voorganger

Of, leidsman; gelijk 1 Sam. 9:16, en 1 Sam. 10:1, en 1 Sam. 13:14, en 1 Sam. 25:30.

1Sa 9.16 10.1 13.14 25.30
51) met dezelve

Achtende het mij geen schande [gelijk gij meent] maar een eer te zijn voor God, wanneer ik hem ook met de allerminsten zijns volks vereer, en mij in die delen aan hen gelijk stel.

Copyright information for DutKant