1 Samuel 23:7
12) overgegeven, Hebreeuws, eigenlijk, vervreemd; dat men overgeeft of levert, wordt vervreemd. 13) een stad met poorten en grendelen. Hebreeuws, in een stad der poorten en der grendelen. Alsof hij zeide: David, menende zeker te zijn in een vaste stad, heeft zichzelven als gevangen genomen, want als ik de stad met een leger omsingel en beleger, zo kan hij mij niet ontkomen.1 Kings 4:13
26) Ramoth Zie Deut. 4:43, en 1 Kon. 22:20. De 4.43 1Ki 22.20 27) Gilead; Zie Gen. 31:21. Ge 31.21 28) dorpen van Jair, Zie van deze Num. 32:41. Nu 32.41 29) streek Zie Deut. 3:4. De 3.4 30) Argob, Zie Deut. 3:14. De 3.142 Chronicles 8:5
9) hoge Beth-horon Zie #1Kon. 9:17. 1Ki 9.172 Chronicles 14:7
10) deze steden bouwen, Het woord deze geeft te verstaan dat de steden van welke hier gesproken wordt, nog waren, en dat vervolgens de bouwing derzelve te verstaan is van haar versterking, gelijk ook de volgende woorden medebrengen. 11) terwijl Dat is, terwijl wij het land nog met vrede bezitten en gebruiken mogen. Vergelijk Gen. 13:9. Ge 13.9Psalms 147:13
19) Hij maakt de Dat is, Hij beschut en beschermt de stad, in welke gij woont, en Hij bewaart haar voor alle geweld en aanslagen des vijands. Dit was een teken van Gods gunst en liefde tot zijn volk Isral, als ook een teken van Zions vastigheid en sterkte. Zie het tegendeel hiervan Ps. 107:16; Jes. 45:2; Jer. 51:30; Klaagl. 2:9; Amos 1:5. Ps 107.16 Isa 45.2 Jer 51.30 La 2.9 Am 1.5Jeremiah 49:31
108) zekerheid woont, Dat is, zeker en zorgeloos is. 109) deuren noch grendel heeft, Omdat deze Arabieren in tenten woonden, gene huizen hadden en geen vijand vreesden. Zie Richt. 8:11, met de aantekening, en vergelijk Num. 23:9; Deut. 33:28; Micha 7:14. Jud 8.11 Nu 23.9 De 33.28 Mic 7.14Jeremiah 51:30
75) gebleven in de vestingen, Zij zullen geen moed hebben om te veld en den vijand onder de ogen te trekken. 76) wijven geworden; Zie boven Jer. 50:37, en vergelijk Jes. 3:12. Jer 50.37 Isa 3.12 77) zij hebben hun woningen aangestoken, De vijanden, Meden en Perzen. 78) grendels zijn verbroken. Van huizen en kleine poorten, die bij menigte naar de rivier toe waren, Herodotus, lib. 1.
Copyright information for
DutKant