1 Samuel 24:1

1) van daar op,

Te weten, uit de woestijn Maon, waar Saul hem meende te vangen, gelijk 1 Sam. 23:25 gezegd is.

1Sa 23.25

2) En-gedi.

Anders genoemd Hazazon-Thamar, #Gen. 14:7, en 2 Kron. 20:2. Het is een stad, gelegen in den stam van Juda, aan de Zout- of Dode zee, naar het zuiden, tussen hoge bergen en rotsstenen, in het midden van welke veel schone en genoegelijke valleien en velden zijn, beplant met velerlei schone bomen, als palmen en dergelijke; ook wast aldaar veel balsem, enz.

Ge 14.7 2Ch 20.2

2 Samuel 11:4

11) zond David boden henen,

Niettegenstaande dat hij verstaan had, dat zij een echten had.

12) liet haar halen.

Hebreeuws, nam haar; dat is, liet haar nemen en brengen.

13) gezuiverd);

Hebreeuws, geheiligd; dat is, gezuiverd, gereinigd. Zie hiervan Lev. 15:19,20,21, enz.

Le 15.19,20,21

2 Samuel 11:14

29) een brief schreef aan Joab;

Toen hij merkte dat het eerste voornemen, om zijn overspel door Uria en Bathseba's bijslapen te verbergen, niet gelukt was, neemt hij voor, den goeden Uria op zulk een wijze te doen ombrengen, dat men het beleid en de praktijk [zo hij meende] niet zou merken; vallende alzo door zijn vleselijke verblinding en des duivels verleiding, van de ene zware zonde in de andere.

Copyright information for DutKant