1 Samuel 25:39

67) knecht

Dat is, mij.

68) onthouden

Anders, teruggehouden.

69) van het kwade,

Of, van die boze daad; te weten, dat ik onschuldig bloed zou vergoten hebben, uit eigen wraakgierigheid.

70) liet met Abigail spreken,

Te weten, door zijn gezanten, en nadat Nabal een tijdlang was dood geweest.

Proverbs 23:11

24) Verlosser

Te weten, God.

25) twistzaak

Zie boven Spreuk. 22:23.

Pr 22.23

Jeremiah 51:36

97) Ziet,

Gods antwoord op de voorgaande woorden van zijn volk.

98) twist twisten,

Zie boven Jer. 50:34.

Jer 50.34

99) zee droog maken,

De wateren van den Eufraat, die rondom en in haar midden zijn. Zie van het gebruik van het woord zee, Gen. 1:10, en vergelijk boven Jer. 50:38, met de aantekening.

Ge 1.10 Jer 50.38

100) springader opdrogen.

Dat is, de rivier, die uit haar springader voortkomt.

Copyright information for DutKant