1 Samuel 25:6
7) welvarende: Hebreeuws, levenden; dat is, die vrolijk of voorspoediglijk leeft. Vergelijk de gelukwensing aan de koningen gebruikelijk: De koning leve, 1 Sam. 10:24, enz. 1Sa 10.24 8) Vrede zij u, Hebreeuws, gij vrede; dat is, u zij vrede, gelijk 2 Sam. 17:3, en 1 Sam. 20:9. 2Sa 17.3 1Sa 20.92 Samuel 17:3
2) de man, Hij wil zeggen: Het is u toch om David te doen; het volk zoudt gij gaarne tot u trekken. Als ik nu David zal hebben omgebracht, daarmede zal het gedaan zijn, zo zal ik het volk lichtelijk tot u wenden, ja zijn dood is inderdaadde wederkering van al het volk, dat tevreden zal zijn en u voor koning aannemen, als maar David vankant is. Anders, als zij allen wederkeren [hij is [toch] de man, dien gij zoekt] [zo] zal al het volk tevreden zijn. 3) vrede zijn. Hebreeuws, zal vrede zijn. Vergelijk 1 Sam. 25:6; onder 2 Sam. 20:8; Job 21:9, enz. 1Sa 25.6 2Sa 20.8 Job 21.9
Copyright information for
DutKant