1 Timothy 6:15

25) vertonen zal de zalige

Dat is, te voorschijn zal brengen uit den hemel om te oordelen de levenden en de doden.

26) alleen machtige Heere,

Zo wordt God de Vader alleen wijs, 1 Tim. 1:17, en alleen goed genoemd, Matth. 19:17, en in het volgende vers 1 Tim. 6:16 gezegd de onsterfelijkheid alleen te bezitten, omdat hij die alleen van zichzelf en volmaakt heeft. En de apostel spreekt hier zo, niet om Christus hier uit te sluiten, die deze titels ook worden gegeven, Openb. 1:8, en Openb. 19:16, en elders, maar om God zo van alle schepselen te onderscheiden, en om aan te wijzen, dat wij geen macht, die tegen ons is, in de wereld hebben te vrezen, wanneer wij ons beroep getrouw uitvoeren, en derhalve God voor ons hebben, die door Christus eenmaal alles zal richten. Zie ook Joh. 17:3.

1Ti 1.17 Mt 19.17 1Ti 6.1,16 Re 1.8 19.16 Joh 17.3

Revelation of John 19:16

42) op [Zijn] kleed

Dat is, op Zijn kleed hangende op Zijn dij, dat is, openlijk voor de ogen van een ieder, gelijk het kleed op de dij eens mans die te paard zit, meest gezien wordt, en meest openbaar is.

43) Koning der koningen,

Welke titel door Paulus God den Vader wordt gegeven, 1 Tim. 6:15, en hiervoor ook Christus, Openb. 17:14, als die niet alleen een naam boven alle namen van God Zijn Vader heeft ontvangen, maar ook van eeuwigheid Gode evengelijk, en in de gestalte Gods was. Zie Joh. 10:29,30; Filipp. 2:6.

1Ti 6.15 Re 17.14 Joh 10.29,30 Php 2.6
Copyright information for DutKant