2 Chronicles 32:27
51) begeerlijk Hebreeuws, gereedschap, of vaten der begeerlijkheid, of kostelijke vaten of gereedschap, want het kostelijke pleegt zeer met lust begeerd te worden. Alzo onder, 2 Kron. 36:10,19. 2Ch 36.10,19 Psalms 106:24
37) het gewenste Hebr. het land der begeerte; dat is, het land van Kanan, hetwelk een schoon gewenst land was, vloeiende van melk en honing, waar ook de vrome voorvaders een grote begeerte toe gehad hadden. Zie Deut. 8:7, en Deut. 11:10,11,12; Jer. 3:19; Ezech. 20:6. De 8.7 11.10,11,12 Jer 3.19 Eze 20.6 38) zij geloofden Dat is, zij geloofden de beloften Gods niet, dat Hij hen in het beloofde land brengen en daarin bewaren zou; maar uit ongeloof wilden zij weder naar Egypte keren. Amos 5:11
29) vertreedt Hebr. op den arme treedt, alsof hij stof en slijk ware. Verg. Amos 2:7, met de aantekening. Am 2.7 30) last koren van hem neemt, Dat is, [gelijk sommigen dit bekwamelijk verstaan] zoveel als een mens, of arme, op zijne schouders kan dragen, dat hij met zijn zuren arbeid verdiend of verkregen heeft, menende daarvan met zijn huisgezin te leven, dat neemt gij wolven van hem. Anders: met, of bij lasten neemt gij het koren van hem, door geweld, of hem zulke ontijdige voldoening afdringende, als u maar belieft, zonder op enige billijkheid te zien. 31) gebouwd van gehouwen steen, Versta, door veel onrechts, waarvan in het voorgaande en volgende; verg. met dit vers Micha 6:15; Zef. 1:13; idem Jes. 65:21. Mic 6.15 Zep 1.13 Isa 65.21 32) gewenste wijngaarden geplant, Hebr. wijngaarden der begeerte, of van den wens.
Copyright information for
DutKant