2 Chronicles 36:10
14) des jaars Niet zijner regering, want hij heeft geen jaar geregeerd, dan alleen drie wintermaanden, en tien dagen; maar van het lopende jaar, hetwelk nu om was, als de lente begon met de gelijkheid der dagen en nachten. Vergelijk 2 Sam. 11:1, en de aantekening. 2Sa 11.1 15) de kostelijke Hebreeuws, vaten der begeerlijkheid. Want de kostelijke dingen worden zeer begeerd; alzo onder, 2 Kron. 36:19, en boven, 2 Kron. 32:27. 2Ch 36.19 32.27 16) broeder Dat is, zijn bloedverwant, te weten, zijn oom, zijns vaders broeder, zoon van Josia; 2 Kon. 24:17; 1 Kron. 3:15; Jer. 1:3. Vergelijk Gen. 13:8, en de aantekening. 2Ki 24.17 1Ch 3.15 Jer 1.3 Ge 13.8 17) Zedekia Hebreeuws, Tsidkia, ook genaamd Mathanja; 2 Kon. 24:17. 2Ki 24.172 Chronicles 36:19
37) zij verbrandden Namelijk, de Chalden. 38) daarvan verbrandden Te weten, van de stad Jeruzalem. 39) kostelijke Of kostelijk gereedschap. Hebreeuws, vaten der begeerte; gelijk boven, 2 Kron. 36:10. 2Ch 36.10
Copyright information for
DutKant