2 Chronicles 4:22

26) gaffelen,

Zie 1 Kon. 7:50.

1Ki 7.50

27) van goud.

Dat is, met goud overtogen; want het binnenste der deuren was van hout; 1 Kon. 6:31,32,35.

1Ki 6.31,32,35

Psalms 141:2

3) Mijn gebed

Hij wil zeggen: Mijn gebed zij U zo aangenaam als het reukwerk en offeranden, die men U [achtervolgens de inzetting der wet] offert.

4) reukwerk voor

Te weten, dat gerookt werd op het reukaltaar in den tabernakel; Exod. 30:7,8,34.

Ex 30.7,8,34

5) de opheffing

Dat is, mijn gebed, hetwelk ik doe met opgeheven handen, of psalmen, gelijk er in het Hebr. staat; omdat men dikwijls in grote devotie of aandacht des gebeds de open handen of palmen naar den hemel toe verheft, als wensende den zegen Gods te ontvangen. Verg. Job 11:13, en Ps. 44:21, en Ps. 63:5, en Ps. 88:10; en Klaagl. 2:19, en Klaagl. 3:41. Zie ook 1 Kon. 8:22, en Ps. 28:2.

Job 11.13 Ps 44.20 63.4 88.9 La 2.19 3.41 1Ki 8.22 Ps 28.2

6) het avondoffer.

Dat is, hetwelk alle avonden placht geofferd te worden. Zie Exod. 29:39,40,41,42; Num. 28:2,3,4,5,6,7,8.

Ex 29.39,40,41,42 Nu 28.2,3,4,5,6,7,8

Zechariah 14:20

79) op de bellen der paarden

Het is in verscheidene landen gebruikelijk, dat de voerlieden hunnen paarden bellen om den hals hangen, menende dat derzelver geklank de paarden enige verlichting of moed aanbrengt.

80) staan:

Hebr. zijn.

81) DE HEILIGHEID DES HEEREN.

De zin is: dat zelfs de kleinste dingen, ook die in den oorlog tegen Gods volk plachten gebruikt te worden, enz. tot den dienst van God zullen geheiligd zijn. Dit was de titel, die in een gouden plaat voor het voorhoofd van den hogepriester geschreven was. Doch daarvan, zie Exod. 28:36.

Ex 28.36

82) als de sprengbekkens voor het altaar;

Te weten, in menigte en groot getal. De zin is: er zullen overvloedige middelen zijn tot verrichting van den godsdienst, ook dienaars in groot getal, tot verrichting van den godsdienst, gelijk er ook vele offeraars wezen zullen.

Copyright information for DutKant