2 Corinthians 12:2

3) in Christus,

Dat is, die in Christus is, of een Christen. Alzo spreekt hij van zichzelven in den derden persoon, tot een teken van nederigheid, alsof het ene zaak ware, die buiten hem ware. Anderen nemen dit woord in Christus, voor bij Christus, voor een vorm van eed, gelijk Rom. 9:1, en hierna 2 Cor. 12:19.

Ro 9.1 2Co 12.19

4) (of het [geschied zij]

Dat is, of het alleen door een vertrekking van zinnen mij is vertoond in mijn geest; of dat mijn geest voor een tijd uit mijn lichaam in den hemel is opgebracht, om zulks te zien en te horen, weet ik niet. Anderen nemen het alzo: Of ik met lichaam en ziel in den hemel ben opgeheven, of met de ziel alleen, dat weet ik niet.

5) tot in den derden hemel;

Dat is, in de woonplaats der engelen en heiligen zielen, die hij 2 Cor. 12:4 het paradijs noemt, bij gelijkenis genomen van het aardse paradijs. Zie Luk. 23:43; Openb. 2:7. De oorzaak waarom dit de derde hemel genaamd wordt, is omdat de lucht de eerste hemel gerekend wordt, de zichtbare hemelen, waar de sterren in zijn, de tweede, en de hemel boven al de hemelen de derde. Zie 1 Kon. 8:27.

2Co 12.4 Lu 23.43 Re 2.7 1Ki 8.27

Galatians 1:1

1) een apostel,

Zie van dit woord, Luk. 6:13.

Lu 6.13

2) niet van mensen,

Namelijk die bloot mensen, of niet dan mensen zijn. Deze beschrijving doet de apostel daarbij, om zijn apostolische beroeping en gezag staande te houden tegen de lasteringen der valse apostelen, die zeiden dat hij niet wettiglijk tot het apostelschap was beroepen. Want er zijn twee‰rlei wettige beroepingen tot den dienst des Woords; een die gewoon is, welke wel van God geschiedt, maar door mensen, de orde Gods daarin volgende: zodanige is de beroeping van de gewone dienaren des Woords. En er is ene beroeping, die zonder dienst der mensen van God zelf, of van den Heere Christus geschiedt; zodanig is geweest de beroeping der profeten in het Oude Testament, en der apostelen in het Nieuwe Testament. Deze beroeping is buitengewoon, en altijd vergezelschapt met de gave van niet te kunnen dwalen in het leren, 2 Petr. 1:21; Joh. 16:13. Dat de apostel Paulus door zulke een extra-ordinaire beroeping geroepen is, wordt klaarlijk beschreven Hand. 9:22.

2Pe 1.21 Joh 16.13 Ac 9.22

3) Die Hem uit

En daarmede openlijk heeft betoond dat Hij de eigen Zoon Gods was. Zie Hand. 13:32; Rom. 1:4.

Ac 13.32 Ro 1.4

2 Timothy 2:2

5) onder vele getuigen,

Grieks door vele getuigen; gelijk 2 Cor. 2:4, en 2 Cor. 3:11. Dat is, dat gij openbaar hebt gehoord in tegenwoordigheid van zovelen mijner toehoorders, die allen getuigen kunnen, dat hetgeen gij leert, gij dit van mij gehoord en ontvangen hebt.

2Co 2.4 3.11

6) betrouw dat aan

Of, leg het weg bij getrouwe, enz.

7) getrouwe mensen,

Namelijk in het bewaren en voorstellen van de zuivere leer en in het bedienen van hun ambt.

8) bekwaam zullen zijn

Dat is, die niet alleen in de leer geoefend zijn, maar ook bekwaamheid hebben, om deze stichtelijk voor te dragen.

Copyright information for DutKant