‏ 2 Kings 12:4-5

6) der geheiligde dingen,

Hebreeuws, heiligheden; dat is, die den Heere geheiligd en tot zijn dienst toege‰igend waren; en nu tot den bouw en de vermaking des tempels moesten aangelegd worden. Van deze worden hier zekere soorten vermeld, naar uitwijzen der volgende woorden.

7) desgenen,

Hebreeuws, des voorbijgaanden of des overgaanden; te weten, onder, of tot de getelden; dat is, die gerekend werd onder degenen, die geschat moesten worden. Dezen nu waren al degenen, die twintig jaren en daarboven oud waren, die, wanneer de telling geschiedde, moesten elk een halven sikkel voor hun hoofd geven, Exod. 30:13. Dit was de eerste soort der geheiligde dingen.

Ex 30.13

8) getelden,

Dit woord is hier ingevoegd uit Exod. 30:13.

Ex 30.13

9) het geld

Hebreeuws, des mans geld der zielen zijner schatting; dat is, het geld, waarmede de priester een persoon, die zijn gelofte den Heere gedaan had, geschat heeft, opdat hij zich zou lossen en vrijmaken. Zie de wet hiervan Lev. 27:2. Dit was de tweede soort der geheiligde dingen.

Le 27.2

10) der personen

Hebreeuws, zielen. Dit woord is hier voor personen of mensen genomen. Zie Gen. 12:5.

Ge 12.5

11) al het geld,

De derde soort der geheiligde dingen was, die iemand gans vrijwilliglijk den Heere offerde, zonder daartoe door enige wet genoodzaakt te zijn, maar wel opgewekt zijnde door vermaning, 2 Kron. 24:5,6. Vergelijk Exod. 35:5.

2Ch 24.5,6 Ex 35.5

12) komt,

Hebreeuws, opkomt, of klimt.

13) verbeteren,

Hebreeuws, versterken. En zo in het volgende.

14) voor breuk

Versta, dat gescheurd, gespleten, gereten, of vervallen was door den ouderdom van het gebouw; of geschonden en verwoest door de goddeloze Athalia. Zie 2 Kron. 24:7.

2Ch 24.7
Copyright information for DutKant