2 Samuel 11:14-17

29) een brief schreef aan Joab;

Toen hij merkte dat het eerste voornemen, om zijn overspel door Uria en Bathseba's bijslapen te verbergen, niet gelukt was, neemt hij voor, den goeden Uria op zulk een wijze te doen ombrengen, dat men het beleid en de praktijk [zo hij meende] niet zou merken; vallende alzo door zijn vleselijke verblinding en des duivels verleiding, van de ene zware zonde in de andere.

30) zeggende:

Dat is, aldus, in dezer voege.

31) Stel Uria

Hebreeuws, geef, breng.

32) vooraan

Hebreeuws, tegenover het aangezicht des sterksten strijds; dat is, waar de kloekste en dapperste krijgslieden des vijands zijn, gelijk in 2 Sam. 11:16 gezegd wordt, opdat hij, van u verlaten zijnde, zonder teil verslagen worde en omkome.

2Sa 11.16
33) stad

Namelijk, Rabba, die hij belegerd had; boven, 2 Sam. 11:1.

2Sa 11.1

34) gelet had,

Om te vernemen waar de belegerden hun kloekste krijgslieden mochten gebruiken, en om Uria tegen dezelve vooraan te stellen. Anders, wacht tegen de stad gesteld had.

35) vielen er van het volk,

Dat is, en werden sommigen doodgeslagen.

Copyright information for DutKant