2 Samuel 11:3
6) men zeide: Hebreeuws, hij zeide. Dat is, iemand van zijn hofgezin zeide. 7) Is dat niet Hij wil zeggen dat het zekerlijk Bathseba was. Zie van zulk vragen Richt. 4:6, en boven, 2 Sam. 10:3. Jud 4.6 2Sa 10.3 8) Bathseba, Anders genoemd Bathsua, 1 Kron. 3:5. 1Ch 3.5 9) Eliam, Anders genoemd Ammil; 1 Kron. 3:5. 1Ch 3.5 10) Hethiet? Maar bekeerd tot de ware religie, en daarin ijverende, gelijk te zien is onder, 2 Sam. 11:11. Vergelijk 1 Sam. 26:6. Sommigen menen dat hij een Hethiet genoemd is, omdat hij bij de kinderen Heths gewoond had. Van dit volk, zie Gen. 23:3, enz. 2Sa 11.11 1Sa 26.6 Ge 23.32 Samuel 11:27
45) nam haar in zijn huis; Hebreeuws, verzamelde haar. Zie Richt. 19:15. Jud 19.15 46) was kwaad in de ogen des HEEREN. Dat is, deze ganse handelwijze van David mishaagde den Heere zeer.2 Samuel 12:24
41) Salomo; Hebreeuws, Schelomoh. Dezen naam heeft David hem gegeven naar Gods bevel. Zie 1 Kron. 22:9. 1Ch 22.9
Copyright information for
DutKant