2 Samuel 18:4
6) wat goed is in uw ogen. Dat is, wat u behaagt, of goeddunkt. 7) aan de zijde van de poort, Of, op de plaats, tussen de twee poorten, onder 2 Sam. 18:24. Hebreeuws eigenlijk, hand, maar van zulk een gebruik dezes woords, zie Deut. 23:12, en onder 2 Sam. 18:18, en elders. 2Sa 18.24 De 23.12 2Sa 18.18Nehemiah 3:2
9) hand bouwden Of, zijde, dat is, naast hem; en zo in het volgende.Proverbs 8:3
6) Aan de zijde Hebreeuws, aan de hand der poorten. Hand voor zijde, zie 2 Sam. 18:4. Anders: ter plaats der poorten. 2Sa 18.4 7) voor aan de stad, Hebreeuws, aan de mond der stad; dat is, aan haren ingang, gelijk de volgende woorden verklaren. Alzo de mond des puts, Gen. 29:2; de mond der spelonk; Joz. 10:18. Ge 29.2 Jos 10.18 8) zij overluid: Te weten, de wijsheid. Anders: roepen zij; te weten, de wijsheid en de verstandigheid. Zie daarvan boven Spreuk. 8:1. Het eerste is beter, gelijk het blijkt uit Spreuk. 8:6, alwaar het enkelvoudig getal is. Idem, zie onder Spreuk. 8:12. Pr 8.1,6,12
Copyright information for
DutKant