2 Samuel 22:45
61) Vreemden Hebreeuws, zonen, of kinderen eens vreemden; alzo in 2 Sam. 22:46; dat is, vreemde natin, die van God en zijn volk vreemd zijn, hebben mij gehoorzaamheid en dienstbaarheid beloofd uit vrees, hoewel zij het van harte niet meenden. 2Sa 22.46 62) geveinsdelijk Hebreeuws, hebben mij gelogen, gehuicheld, geveinsd, gelijk huichelaars bij der vromen voorspoed plegen te doen. Zie Deut. 33:29. De 33.29 63) zo haast Hebreeuws, ten gehore, of met het horen der oren, zo haast zij hoorden wat God door mij gedaan had.Psalms 18:44
Psalms 66:3
5) grootheid Of, veelheid. 6) geveinsdelijk Hebr. liegen, veinzen, huichelen, gelijk Deut. 33:29, en 2 Sam. 22:45, zie aldaar. De 33.29 2Sa 22.45Psalms 81:15
33) gedempt En volgens dien, hun vrede verleend hebben. Verg. 2 Sam. 7:10, en 1 Kron. 17:9. 2Sa 7.10 1Ch 17.9 34) hand Dat is, straf, plaag. Zie de aantekening bij Job 13:21. Job 13.21
Copyright information for
DutKant