2 Samuel 6:23

52) tot den dag van haar dood toe.

Dat is, zolang zij leefde, nimmermeer. Vergelijk 1 Sam. 15:35; Matth. 1:25, enz.

1Sa 15.35 Mt 1.25

Psalms 110:1

1) De HEERE heeft

Te weten, God de Vader.

2) tot mijn Heere

Dat is, Christus, dien David hier zijnen Heere noemt. Want Christus is de zoon van David naar het vlees, maar Davids Heere ten aanzien dat Hij waarachtig God is met God den Vader en den Heilige Geest, en een Heere aller mense, doch inzonderheid van zijne uitverkorenen. Zie Matth. 22:43,45; Mark. 12:36; Luk. 20:42; Hand. 2:34; Hebr. 1:13.

Mt 22.43,45 Mr 12.36 Lu 20.42 Ac 2.34 Heb 1.13

3) gesproken:

Te weten, in zijn eeuwigen raad, hetwelk Hij ons te zijner tijd heeft laten openbaren en verkondigen.

4) Zit aan Mijn rechterhand,

Dat is, heers in heerlijkheid en majesteit, in den hemel en op de aarde, 1 Cor. 15:25; Hebr. 1:3,13, en Hebr. 8:1, en Hebr. 10:12,13; Ef. 1:20, enz. Deze manier van spreken is genomen van de koningen, die aan hunne rechterhand zetten wien zij eer willen aandoen. Zie 1 Kon. 2:19, en Ps. 45:10.

1Co 15.25 Heb 1.3,13 8.1 10.12,13 Eph 1.20 1Ki 2.19 Ps 45.9

5) totdat Ik Uw

De zin is: totdat Ik uwe vijanden, [te weten, de vervolgers der kerk, ja de dood zelf, 1 Cor. 15:25,26], U zal onderworpen hebben. Hieruit kan men geenzins besluiten dat Christus geen eeuwig koninkrijk zou hebben, ofschoon de manier van de bediening van het rijk van Christus, zodanig als die nu is, ten jongsten dage met het laatste oordeel zal ophouden; want alsdan zullen er gene vijanden meer zijn, die de kerk van Christus zullen kunnen schaden; 1 Cor. 15:24,28. Zie de aantekening bij Gen. 28:15.

1Co 15.25,26,24,28 Ge 28.15

Daniel 10:1

1) het derde jaar

Te weten in het derde jaar nadat hij het rijk van Babyloni‰ had ingenomen, gelijk Jesaja voorzegd had, Jes. 45:1.

Isa 45.1

2) Kores,

Hebreeuws, Coresch.

3) Beltsazar,

Zie Dan. 1:7, in de aantekening.

Da 1.7

4) een zaak geopenbaard,

Of, een woord.

5) doch [in] een gezetten groten tijd;

Of, doch de bestemde tijd was lang. De zin is: Het zal nog lang aanlopen eer het zal vervuld worden. Zie onder Dan. 10:14, namelijk van het derde jaar van Cyrus af tot aan den jongsten dag, gelijk af te nemen is uit Dan. 12:2. Alhoewel sommigen, dit duidende op de Joodse natie alleen, dezen langen gezetten tijd duiden op het einde van de vervolgingen van Antiochus. Anders: en daar was een groot heirleger. Dan zou de zin wezen: En Dani‰l zag in dit gezicht een groot heirleger der engelen. Anders: daar zal een grote strijd zijn. Zie de aantekening Job 7:1, en Job 14:14; Jes. 40:2.

Da 10.14 12.2 Job 7.1 14.14 Isa 40.2

6) van het gezicht.

In hetwelk hem deze zaak geopenbaard werd. De zin is: Hij verstond zeer wel hetgeen hem in dit gezicht geopenbaard werd.

Matthew 1:25

25) totdat

Hieruit kan men niet besluiten dat Jozef haar daarna zou hebben bekend; want deze manier van spreken dit altijd niet medebrengt. Zie 2 Sam. 6:23 en Matth. 28:20.

2Sa 6.23 Mt 28.20

26) eerstgeboren zoon gebaard had

Een eerstgeboren zoon is die de moeder eerst opent, Exod. 13:2, al is het dat er geen zonen of kinderen na geboren worden. Want als Exod. 11:5 gezegd wordt dat de eerstgeborenen van Egypte zouden gedood worden, zijn onder dezelven zonder twijfel ook de eniggeborenen te verstaan.

Ex 13.2 11.5
Copyright information for DutKant