Acts 12:17
23) Jakobus en Namelijk den kleine; want de andere was al omgebracht. Zie van hem in de aantekeningen Hand. 12:2. Ac 12.2 24) naar een andere Namelijk buiten Jeruzalem, om het Evangelie te verbreiden; niet willende zichzelven in hetzelfde gevaar zonder noodzaak begeven, waar hem de Heere uit verlost had; en dat naar de vermaning van Christus, Matth. 10:23. Mt 10.23 Acts 13:16
Acts 19:33
61) Alexander uit Deze menen sommige dezelfde Alexander geweest te zijn, van wien men leest 1 Tim. 1:20; 2 Tim. 4:14, een heftig en hardnekkig vijand van Paulus en der waarheid, doch dat staat niet vast. Zie de aantekeningen 1 Tim. 1:20. 1Ti 1.20 2Ti 4.14 1Ti 1.20 62) voortkomen, Namelijk om hem te horen spreken. 63) voortstieten. Namelijk alzo hij ook een Jood was, om iets te spreken tot beschuldiging der Christenen. 64) gewenkt hebbende Zie Hand. 12:17, en Hand. 13:16, en Hand. 21:40. Ac 12.17 13.16 21.40 65) verantwoording doen. Namelijk van dit onordelijk bijeenlopen, met beschuldiging der Christenen.
Copyright information for
DutKant