Acts 13:32-33

41) verkondigen u

Grieks Evangeliseren.

42) verwekt heeft.

Dat is, in de wereld gezonden heeft om het werk der verlossing te volbrengen; Hand. 3:22.

Ac 3.22
43) heden heb Ik

Dit wordt verstaan van de eeuwige geboorte des Zoons uit den Vader en van de openbaring deszelven in de volheid des tijds. Waarvan zie nadere verklaring in de aantekeningen, Hebr. 1:5, en Hebr. 5:5.

Heb 1.5 5.5

Romans 1:4

9) krachtelijk

Gr. in kracht, of met kracht.

10) bewezen is te zijn

Of, verklaard. Grieks bepaald.

11) naar den Geest

Dat is, naar Zijn goddelijke natuur, die ook een eeuwige Geest genaamd wordt; Hebr. 9:14; zie ook 1 Tim. 3:16; 1 Petr. 3:18.

Heb 9.14 1Ti 3.16 1Pe 3.18

12) heiligmaking,

Of, der heiligheid; dat is, die in Zichzelven heilig is, en door Zijne verdienste en kracht ons heilig maakt; Hebr. 2:11.

Heb 2.11

13) uit de opstanding der doden)

Dat is, doordien Hij Zichzelven uit de doden heeft opgewekt; Joh. 2:19,21 en Joh. 10:18.

Joh 2.19,21 10.18

Hebrews 1:5

19) Gij zijt Mijn Zoon,

Namelijk eigen en natuurlijke Zoon; want anderszins zijn ook de engelen kinderen Gods, ten opzichte dat zij door God en naar Zijn evenbeeld zijn geschapen, en tot kinderen aangenomen. Zie Job 1:6; Ps. 89:7.

Job 1.6 Ps 89.6

20) heden heb ik u

Dat is, van eeuwigheid, welke heden genoemd wordt, omdat in de eeuwigheid noch begin is noch einde, maar ene gedurigheid die altijd tegenwoordig is. Anderen verstaan het van den tijd waarin deze eeuwige geboorte in de wereld is geopenbaard.

21) gegenereerd?

Of geteeld, gewonnen, geboren; namelijk door een eeuwige, bovennatuurlijke en onbegrijpelijke generatie. Want Hij spreekt van zulk een geboorte, op welke wijze geen engelen noch mensen zijn geboren, maar alleen de Zoon. Waarom Hij ook de eniggeborene van den Vader genoemd wordt, Joh. 1:18; en de eigen Zoon Gods, Rom. 8:32. Deze plaats wordt ook Hand. 13:33, op Zijn opstanding uit de doden toegepast, omdat Hij toen krachtig is bewezen de Zoon Gods te zijn, gelijk Paulus spreekt Rom. 1:4.

Joh 1.18 Ro 8.32 Ac 13.33 Ro 1.4

22) Ik zal Hem tot een Vader zijn,

Deze woorden worden wel van Salomo als een voorbeeld van Christus, die den tempel te Jeruzalem zou bouwen, uitgesproken, maar van Christus Jezus, als de betekenende zaak, vooral verstaan, die den geestelijken tempel, dat is de gemeente Gods, alleen heeft gebouwd, en een Heere daarvan is, gelijk de apostel hierna, Hebr. 3,4,5,6, betuigt en die alleen een koninkrijk zonder einde heeft, gelijk de engel verklaart; Luk. 1:32,33.

Lu 1.32,33
Copyright information for DutKant