‏ Acts 17:23

48) heiligdommen,

Grieks sebosmata; waardoor verstaan worden alle dingen waaraan, of waardoor enige godsdienst gepleegd wordt, als daar Zijn tempels, altaren, beelden en dergelijke.

49) een opschrift

Grieks in welken opgeschreven was. Van dit opschrift maken ook gewag enige heidense schrijvers, Pausanias, Laertius, en andere.

50) ONBEKENDEN GOD.

Namelijk is dit altaar ter ere opgericht. Die van Athene waren zozeer genegen om allerlei goden te dienen, dat zij niet alleen al de goden, die de andere heidenen hadden, dienden, maar vrezende, dat er nog ergens een onbekende God zou mogen zijn, dien zij niet dienden, zo hebben zij dien ook een altaar willen oprichten.

51) niet kennende

Of, onwetenden.

‏ Galatians 4:8

30) als gij God

Dat is, als gij nog in het heidendom waart en van den God geen kennis hadt.

31) diendet gij

Namelijk als slaven en dienstknechten der afgoden.

32) degenen,

Dat is, de afgoden.

33) die van nature

Dat is, waarlijk en wezenlijk, maar alleen naar het goeddunken door versiering der mensen; Jer. 10:11.

Jer 10.11
Copyright information for DutKant