Acts 2:42

88) volhardende in

Zie Hand. 1:14.

Ac 1.14

89) in de gemeenschap,

Namelijk der heiligen in het algemeen, of in het bijzonder van de goederen, gelijk verklaard wordt Hand. 2:44,45.

Ac 2.44,45

90) in de breking

Daardoor wordt verstaan, •f dat zij tezamen aten en dronken, •f dat zij het heilige Avondmaal met elkander hielden, Hand. 20:7, hetwelk zij somwijlen beide tezamen deden, gelijk men zien kan 1 Cor. 11:21,22.

Ac 20.7 1Co 11.21,22

91) gebeden.

Namelijk die openlijk in de vergaderingen van de ganse gemeente geschiedden.

Acts 2:46

96) van huis tot

Dat is, in de huizen, nu in het ene, dan in het andere.

97) brood brekende,

Zie Hand. 2:42.

Ac 2.42

98) aten zij te

Namelijk elkeen zijn deel toebrengende, om zich alzo matig met elkander te verheugen en onderling te stichten. Grieksn namen zij tezamen voedsel.

1 Corinthians 11:20-22

51) [dat]

Namelijk hetgeen gij doet.

52) is niet des

Namelijk overmits het onwettelijk eten is als niet eten. Of, overmits zulks niet is des Heeren, maar zijn eigen Avondmaal eten, gelijk in 1 Cor. 11:21.

1Co 11.21
53) in het eten neemt

Dit wordt verstaan van het eten van enige spijs, die de rijken medebrachten als men het Avondmaal des Heeren zou houden, om daarna met de armen een maaltijd te houden; welke maaltijden in het Grieks genaamd worden Agapai; dat is maaltijden van liefde. Zie hiervan Jud:12.

54) een iegenlijk

Namelijk van de rijken, zonder de armen te verwachten. Of, een iegelijk met degenen, die het met hen hielden.

55) te voren

Namelijk eer de armen daarbij zijn gekomen. Of, eer het Avondmaal des Heeren gehouden wordt.

56) zijn eigen Avondmaal;

Dat is, een Avondmaal, dat niet in het algemeen van de gehele gemeente gehouden wordt, gelijk des Heeren Avondmaal gehouden moet worden, maar dan van enigen alleen met uitsluiting van anderen in het bijzonder wordt gehouden.

57) deze is hongerig

Dat is, de armen zijn hongerig, omdat men hen niet wil verwachten, en de rijken zijn dronken, omdat zij bij elkander op die maaltijden dikwijls tevoren zo toefden, dat zij beschonken werden.

58) gene huizen,

In welke gij tevoren kunt eten en uwen honger stillen, zonder dat gij zulks openlijk in de plaatsen der vergaderingen doet. Zie 1 Cor. 11:34.

1Co 11.34

59) veracht gij de

Dat is, past gij niet op de ergernissen, die daardoor in de gemeente ontstaan?

60) beschaamt gij

Dat is, de armen, die tot zulke maaltijden niet konden toebrengen, die gij •f niet wilt toelaten tot dezelve, •f niet wilt verwachten, en alzo openlijk betoont hen te verachten.

61) In dezen prijs ik

Dat is, in deze misbruiken des Avondmaals kan ik u geen gelijk geven; of prijzen als wŠl gedaan.

Copyright information for DutKant