Acts 20:1-2
1) gegroet hebbende, Namelijk met omhelzen en kussen, gelijk de gewoonte van die landen medebracht; Gen. 31:55; 1 Thess. 5:26. Ge 31.55 1Th 5.26 2) Griekenland. Namelijk in dat deel van Griekenland, hetwelk Attica genaamd werd. 2 Corinthians 12:14
26) ten derden male Zie hiervan 2 Cor. 13:1. 2Co 13.1 27) niet het uwe, maar Dat is, niet uwe goederen, maar uwe zaligheid.
Copyright information for
DutKant