Acts 28:2

2) de barbaren

Alzo noemden de Grieken en Romeinen alle andere nati‰n, die van de hunne niet waren, vanwege hunne vreemde zeden en onbekende talen, die zij spraken; zie Rom. 1:14; 1 Cor. 14:11, waarvan het schijnt dat nog hedendaags dat deel van Afrika, dat tegenover Cicili‰ en Maltha ligt, Barbarij‰ genaamd wordt.

Ro 1.14 1Co 14.11

3) een groot vuur

Grieks pyra; hetwelk betekent een hoop van hout, of andere stof, geschikt om te branden.

Acts 28:4

6) beest zagen

Grieks Therion; waardoor allerlei wilde beesten betekend worden, maar in bijzonder de beesten, die met bijten of steken hun venijn schieten en de mensen doden, gelijk deze slang. Van welk woord gemeend wordt, dat het tegengift, Theriaca genaamd, zijnen naam heeft, •f omdat het ook van het vlees dezer slangen gemaakt wordt, •f omdat het wederstaat het vergift van deze en dergelijke venijnige beesten.

7) de wraak niet

Of, de justitie; dat is de goddelijke rechtvaardigheid.

Romans 1:14

29) Grieken en Barbaren,

Onder deze twee eerste worden alle soorten van heidenen verstaan, Hand. 28:2, en door wijzen en onwijzen allerlei mensen in het bijzonder onder de Grieken of Barbaren; en het schijnt dat Paulus daarmede de gunst der Romeinen wil verwekken, omdat zij zichzelven de kloekste en wijste van alle mensen hielden.

Ac 28.2

30) ben ik een schuldenaar.

Dat is, ben ik behouden, uit kracht van mijn beroep, het Evangelie te prediken.

Colossians 3:11

25) Waarin

Dat is, in welken stand de wedergeboorte, ten tijde des Nieuwen Testaments.

26) niet is Griek

Dat is, voor God niet aangezien of geacht wordt opp Grieks en Jood, enz., gelijk Gal. 3:28.

Ga 3.28

27) Scyth,

Dit woord doet de apostel daarbij, omdat deze onder de volken, die van de Grieken barbaren genoemd werden, wel de grofste en wreedste gehouden werden, gelijk nu nog de Tartaren, van hen afkomstig.

28) Christus is

Dat is, Christus door het geloof maakt alleen den mens, wie hij ook zij, aangenaam voor God, en de mens, van welken staat hij ook zij, vindt in Hem alleen alles ter zaligheid nodig. Zie Hand. 4:12; 1 Cor. 1:30.

Ac 4.12 1Co 1.30
Copyright information for DutKant