Acts 8:16
17) in den Naam van Door deze woorden wordt niet uitgedrukt de vorm van den doop, waarvan Christus spreekt Matth. 28:19, maar het einde waartoe de doop diende, namelijk om hun te betekenen dat zij door den doop Christus en Zijne gemeente werden ingelijfd; Rom. 6:3; Gal. 3:27. Mt 28.19 Ro 6.3 Ga 3.27Acts 10:48
48) hij beval, Namelijk f dat alles zou gereed gemaakt worden, opdat Hij hen zelf zou dopen; f Hij beval zulks anderen, die met Hem gekomen waren, en ook leraars waren, gelijk de apostelen meest altijd bij zich hadden, die dezen dienst deden. Zie 1 Cor. 1:17. 1Co 1.17 49) dat zij zouden Namelijk tot verzegeling en versterking huns geloofs en der gaven, die zij alrede ontvangen hadden, gelijk Paulus spreekt van de besnijdenis aan Abraham geschied; Rom. 4:11. Ro 4.11
Copyright information for
DutKant