‏ Daniel 12

1) te dier tijd

Te weten als Antiochus de Joden [en de Antichrist de kerk van het Nieuwe Testament] op het heiligst zal kwellen en bestrijden.

2) Michael

Zie boven Dan. 10:13.

Da 10.13

3) opstaan,

Of, zich opmaken om zijne kerk te verlossen, eerst van de vervolgingen van Antiochus, en ten laatste ook van de vervolgingen van den Antichrist.

4) voor de kinderen uws volks staat,

Dat is, die voor de kerk van God staat, haar beschuttende en beschermende tegen al hare vijanden.

5) verlost worden,

Dat is, beginnen verlost te worden, en de zaligheid en het heil Gods zal aankomen en eindelijk meer en meer vervuld worden door den Heere Christus, tot de opstanding der doden toe.

6) geschreven te zijn in het boek.

Dat is, die in den onveranderlijken raad Gods bestemd is om deze verlossing deelachtig te wezen; het is ene manier van spreken, genomen van de mensen, onder wie het gebruikelijk is dat van degenen, die in ene stad het burgerrecht ontvangen, de namen in een boek opgetekend worden; zie Exod. 32:32; Ps. 69:29, en Ezech. 13:9.

Ex 32.32 Ps 69.28 Eze 13.9
7) velen van die,

Dat is, de veelheid, of allen, gedeeld in twee hopen, zijnde in beide hopen velen, gelijk in het volgende verklaard wordt. Dit moet men verstaan van de algemene opstanding der doden ten jongsten dage.

8) in het stof der aarde

Hebreeuws, in den aardbodem des stofs.

9) slapen,

Te weten den slaap des doods. Zie 1 Thess. 4:14,16.

1Th 4.14,16

10) afgrijzing.

Of, walging, of verfoeiing. Zie de aantekening Jes. 66:24.

Isa 66.24
11) De leraars

Of, de onderwijzers, de verstandigen, de kloekmakers; zie boven Dan. 11:33.

Da 11.33

12) blinken,

Of, glinsteren.

13) des uitspansels,

Dat is, van den hemel, van het firmament, van de sterren des hemels. Zie Gen. 1:6.

Ge 1.6

14) rechtvaardigen,

Of, rechtvaardig maken; te weten door hunne leer en onderwijzing. Zie de aantekening Ezech. 3:18.

Eze 3.18

15) altoos en eeuwiglijk.

Dit voegt de engel hierbij tot troost der godzaligen, die hier op aarde aan veel kruis en vervolging onderworpen zijn.

16) sluit deze woorden toe,

Zie boven Dan. 8:26.

Da 8.26

17) den tijd van het einde;

Hebreeuws, tot den tijd van het einde, gelijk Dan. 12:9; dat is, totdat de tijd zal gekomen zijn, in welken het God zal believen dit volkomener te openbaren.

Da 12.9

18) naspeuren,

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk omlopen, omtrekken, heen en weder lopen, om iets naarstiglijk te onderzoeken en uit te vinden. Zie Job 1:7. Alsof de engel zeide: Alhoewel er nu weinigen zijn, die begerig zijn om te weten den toekomenden staat der kerk, zo zal dan nog de tijd komen, dat er velen zullen pogen naar de kennis van deze heilige dingen, en zullen ook in kennis toenemen.

Job 1.7
19) twee anderen,

Te weten engelen, die begerig zijn zulke dingen in te zien, 1 Petr. 1:12. Deze twee engelen waren anderen dan die engel, die tot nog toe met Dani‰l gesproken heeft, ook anderen dan van wien boven Dan. 10:5 gesproken is.

1Pe 1.12 Da 10.5

20) oever der rivier,

Hebreeuws, lip.

21) rivier.

Te weten van de rivier Hiddekel; zie boven Dan. 10:4.

Da 10.4
22) hij zeide

Te weten een van hen, of zij beiden, de een voor, de ander na.

23) Man,

Zie boven Dan. 10:9.

Da 10.9

24) Die boven op het water der rivier was:

Dat is, die geweld heeft over alle heidenen, want door wateren worden dikwijls volken betekend in de Heilige Schrift.

25) dat er een einde van deze wonderen zal wezen?

Wanneer zullen dan deze dingen, welke in ons verstand wonderlijk zijn, een einde nemen?

26) na een bestemden tijd,

Zie de aantekening Dan. 7:25.

Da 7.25

27) een helft,

Of, een deel; te weten van den bestemden tijd.

28) Hij zal voleind hebben

Te weten God de Heere.

29) te verstrooien

Dat is, zijn volk en kerk zo vernederd en verzwakt zal hebben, dat zij zal schijnen schier geheellijk tenonder gebracht te zijn.

30) de hand des heiligen volks,

Dat is, alle macht en vermogen van het volk. Vergelijk Deut. 32:36. Anderen verstaan hier door de hand, die hand door welke het heilige volk was gedrukt geworden, namelijk de macht van Antiochus Epifanes, van zijn krijgsvolk en zijne nakomelingen; dat alsdan die grote vervolgingen op het hoogste gelopen zouden zijn; vergelijk Dan. 7:26, en dat zich God opmaken zou om zijn volk te verlossen. Zie boven Dan. 12:1, vergelijk Dan. 7:26.

De 32.36 Da 7.26 12.1 7.26
31) ik verstond het niet;

Te weten wat dat te zeggen was, een bestemde tijd, bestemde tijden, en ene helft, enz.

32) Mijn Heere!

Aldus noemt hij Christus, met wien hij sprak.

33) het einde zijn van deze [dingen?]

Hebreeuws, het laatste. Dani‰l begeert duidelijk den tijd te mogen weten, wanneer de kerk Gods van die zware vervolging zou verlost en de ware godsdienst zou hersteld worden.

34) deze woorden zijn toegesloten en verzegeld

Vergelijk boven Dan. 8:26.

Da 8.26

35) tot den tijd van het einde.

Dan zal deze ganse profetie open en klaar wezen, maar v¢¢r dien tijd kan de rechte mening daarvan niet vastelijk noch zekerlijk in al hare delen geweten worden.

36) Velen zullen

Ene wederhaling van de voorzegging der ellenden, die de kerk Gods zouden overkomen. Zie Dan. 11:35.

Da 11.35

37) gereinigd en wit gemaakt,

Of, gezuiverd worden. Onze Heere Christus gebruikt hier drie woorden bij gelijkenis; het eerste is genomen van de zuivering van het koren; gelijk het koren met de wan van het kaf gezuiverd wordt, alzo de gelovigen met den wan der vervolging; het tweede woord is genomen van de vollers, die het laken schoon en wit vollen; de derde gelijkenis is genomen van de goudsmeden, die het goud en zilver in hun smeltoven louteren en het schuim uitzuiveren. Zie Dan. 11:35.

Da 11.35

38) doch de goddelozen

De zin is: De goddelozen zullen afwijken en voortvaren in hunne goddeloosheid, en zullen deze verborgenheden niet verstaan, hoe dikwijls en hoe duidelijk hun die zullen mogen uitgelegd worden. Vergelijk Openb. 22:11.

Re 22.11

39) verstandigen zullen het verstaan.

Of, de leraars; gelijk boven Dan. 11:33.

Da 11.33
40) het gedurig [offer] zal weggenomen,

Zie Dan. 11:31.

Da 11.31

41) gesteld zijn,

Zie hiervan ook Dan. 11:31.

Da 11.31

42) zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen.

Dat zijn drie jaren, zeven maanden en dertien dagen, indien men dit op de vervolging van Antiochus Epifanes duidt, en natuurlijke of gewone dagen hier verstaat. Doch enigen onder de geleerden nemen deze dagen voor jaardagen.

43) raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen.

Of, reikt, bereikt, komt, tot dertienhonderd vijf en dertig dagen. Hier zijn vijf en veertig dagen meer dan Dan. 12:11 en dit is de zin, gelijk sommigen menen, dat de staat van het Joodse volk veel beter wezen zal als er nog vijf en veertig dagen boven de drie jaren, zeven maanden en dertien dagen zullen verlopen zijn, want alsdan zou het Joodse volk van dien wreden tiran Antiochus Epifanes geheel vrij en ontlast worden; hij is gestorven in het begin van het honderd negen en veertigste jaar van het rijk der nakomelingen van Seleucus, 1 Mach. 6:8,16.

Da 12.11
44) tot het einde,

Te weten tot het einde van uw leven; stel al uwe zaken daartoe; bestel uw huis, want gij zult haast sterven.

45) rusten,

Te weten in de aarde, na uwen dood, gij zult verlost en ontslagen worden van alle moeite en rusten van uwen arbeid, uwe ziel zal opgenomen worden in den schoot van Abraham.

46) zult opstaan

Te weten in de opstanding der doden ten jongsten dage.

47) in uw lot,

Dat is, in uw deel, te weten in het deel van uw hemels erfgoed, hetwelk u bereid en verordend is, met alle uitverkoren kinderen Gods, naar het goede welbehagen van God.

48) in het einde der dagen.

Dat is, op het einde der wereld, als uwe ziel met het lichaam verenigd zijnde, zal opgenomen worden in de vreugde van het eeuwige leven, om en door de verdiensten van Jezus Christus, den waren Messias, die geprezen moet zijn in eeuwigheid; Amen Rom. 9:5.

Ro 9.5
Copyright information for DutKant