‏ Daniel 4:12

28) Zijn loof was schoon,

Of, zijne bladeren. Anders: zijne takken. Chaldeeuws, zijn loof, of zijn tak; dat is, elkeen van zijne bladen of takken.

29) voor allen;

Dat is, voor allerlei gedierte.

30) onder hem vond het gedierte des velds schaduw,

Of, onder dien, of onder denzelven, te weten boom. Anders, onder hen, te weten takken.

31) woonden in haar takken,

Dat is, onthielden zich, schuilden en namen hunne toevlucht voor de hitte der zon en van het onweder.

32) alle vlees

Dat is, alle dieren, of beesten, alle levende zielen op aarde.

Copyright information for DutKant