Daniel 5:6

21) de glans des konings,

Chaldeeuws, de glansen. Hetwelk men kan verstaan van zijn gehele glans. Vergelijk Dan. 4:36, alzo ook hieronder Dan. 5:9,10. De zin is dat al de vreugde schielijk in droefenis veranderde. De koning wist nog niet wat dit schrift beduidde, goed of kwaad. Maar zijn eigen conscientie heeft hem betuigd dat het de dreigende hand des Heeren was, vanwege zijn goddeloos leven, handel en wandel.

Da 4.36 5.9,10

22) werden los,

Dat is, zijne kracht bezweek, •f werden losgemaakt, •f werden gelost; dat is, gelijk anderen, men moest hem ontgorden, gelijk men hen doet die bezwijmen, of in flauwte en onmacht vallen.

23) tegen elkander aan.

Chaldeeuws, deze aan dien; dat is, de een aan den ander, te weten uit schrik en vrees.

Copyright information for DutKant