Daniel 7:23

105) Hij zeide aldus:

Te weten de engel, dien ik gebeden had dat hij mij die gezichten wilde verklaren, Dan. 7:16.

Da 7.16

106) het vierde rijk op aarde zijn,

Zie boven Dan. 7:7.

Da 7.7

107) dat verscheiden zal zijn van al die rijken,

Zie boven Dan. 7:7.

Da 7.7

108) de ganse aarde opeten,

Dat is, het voornaamste deel der koninkrijken, verstaande dit van het Romeinse rijk. Anders: het ganse land; te weten het ganse Joodse land, duidende dit op de Seleuciden. Vergelijk Dan. 7:21,25, en versta hier door het land, of de aarde, de inwoners, die verslonden en als opgegeten zouden worden.

Da 7.21,25

109) vertreden,

Of, dorsen.

Daniel 8:24

104) zijn kracht zal sterk worden,

Te weten Antiochus Epifanes.

105) niet door zijn kracht;

Maar door toelating van God, willende de zonden van zijn volk door hem, als een roede, tehuis zoeken. Zie boven Dan. 8:12. Anderen verstaan dit alzo, dat hij het doen zou niet door kracht, maar door arglistigheid, bedrog, verraderij en moorderij. Zie Dan. 8:25. Hij heeft, gelijk sommigen schrijven, de ombrenging van zijn vader en ook van zijn eigen broers in een oproer weten te bestellen, en hij heeft het rijk van zijn broeder Seleucus afhandig gemaakt en voor zichzelven genomen. Hoe hij door hulp en bedrog der Joodse hogepriesters en den afval veler Joden het Joodse land overheerd heeft, zie het eerste boek der Machabe‰n en Josefus.

Da 8.12,25

106) wonderlijk verderven,

Hebreeuws, hij zal wonderheden verderven. Antiochus Epifanes heeft allerwege groot verderf gedaan, maar inzonderheid in het Joodse land en aan den tempel te Jeruzalem. Zie 1 Mach. 1:22.

107) zal geluk hebben,

Te weten in het uitrichten zijner boze aanslagen.

108) sterken,

Sommigen verstaan hier door de sterkte de Egyptenaars. Zie 1 Mach. 1:20. Maar anderen verstaan hierdoor de godvruchtigen onder de Joden, die Dan. 8:10 genoemd zijn, des hemels heir; anderen, niet alleen de Egyptenaars, of Joden, maar ook naburige nati‰n, die hij bekrijgen zou.

Da 8.10

109) het heilige volk verderven:

Dat is, de Joden. Zie 1 Mach. 1:25. Hebreeuws, het volk der heiligheid.

Copyright information for DutKant