Daniel 8:10

47) tot aan het heir des hemels;

Of, tegen des hemels heir; dat is, hij kwam zo wijd, dat hij zelfs het volk Gods aantastte, hetwelk hier genoemd wordt het heir des hemels, omdat de namen der kinderen Gods in den hemel geschreven staan. Luk. 10:20, en hun burgerschap in den hemel is, Filipp. 3:20. Onder Dan. 8:24 wordt Gods kerk [hetwelk toen de Joden waren] genoemd het volk der heiligen, of het heilige volk, en Dan. 8:7,18, de heiligen der hoogten.

Lu 10.20 Php 3.20 Da 8.24,7,18

48) en hij wierp er [sommigen] van dat heir,

Ter aarde werpen, is hier te zeggen, doden.

49) van de sterren,

Dat is, van degenen, die onder de regenten, zo in den kerkelijken als maatschappelijken stand uitmuntten, en in hunne bedieningen in getrouwheid als de sterren aan den hemel uitgemunt hebben.

50) vertrad ze.

Alsof hij zeide: Het zal hem niet genoeg zijn, dat hij die schoonschijnende sterren zal doden, maar hij zal hen nog daarenboven vertreden als het slijk der straten.

Daniel 8:14

68) hij zeide

Niet de vragende engel, maar de ongenoemde, te weten Christus, waarvan Dan. 8:13 gesproken is.

Da 8.13

69) tot mij:

Niet tot den engel die daar vraagde, want hij vraagde niet zozeer om zijnentwil, als om Dani‰ls en der kerk wil. Zie 1 Petr. 1:12.

1Pe 1.12

70) Tot twee duizend en driehonderd

Dat zijn, zes jaren, drie maanden en achttien dagen, want in het lopende jaar 143 van het rijk der Seleuciden, is de verwoesting of afval van den waren godsdienst begonnen, 1 Mach. 1:21, en in het jaar 149 als Antiochus stierf, [1 Mach. 6:16] is zij opgehouden. Anderen rekenen deze jaren aldus: In het jaar 142 den zesden dag van de zesde maand, toen de hogepriester Onias [anders Menelaus genoemd] zijn dienst Antiochus aanbood [Josef. Antiq.lib. 12, cap. 6], toen begon de verwoesting, en in het 148ste jaar, den vijf en twintigsten dag van de negende maand, reinigde Judad Maechabeus den tempel, 1 Mach. 4:52. Dit zijn juist zes jaren, drie maanden en achttien dagen.

71) avonden [en] morgens;

Dat is, dagen, want uit avond en morgen bestaat de gewone dag.

72) gerechtvaardigd worden.

Dat is, van God voor rechtvaardig verklaard en gehouden worden; dat is, erkend en aangenomen voor zijn huis, hetwelk Hij tevoren door zijn rechtvaardig oordeel had verstoten en laten ontheiligen; of zal gerechtvaardigd worden; dat is, zal van het onrecht en afgodisch misbruik bevrijd en in zijn wettelijk en rechtmatig gebruik hersteld worden.

Daniel 11:12

52) Als die menigte

Dat is, als de heirkracht van Antiochus den Grote zal verslagen zijn. Zie het derde boek der Maccabe‰n, en Josef. in het 12 boek van de Joodse oudheid, hoofdstuk 3. Deze slag, in welken Antiochus overwonnen is, is geschied bij Rafiam, Polyb. lib. 5.

53) zijn hart zich verheffen,

Te weten het hart van Ptolomeus Filopator.

54) [enige] tien duizenden nedervellen;

Dat is, vele duizenden, zo van het heirleger zijns vijands, alsook van de Joden.

55) zal hij niet gesterkt worden.

Overmits hij uit hoogmoed zijnen vijand Antiochus verachten en de overwinning niet vervolgen zal. Ook zal hij kort daarna sterven.

Copyright information for DutKant