Daniel 9:24

71) Zeventig

Dani‰l had maar gebeden om de verlossing van zijn volk uit Babel, de Heere geeft hem dat niet alleen, maar oneindig meer, want Hij openbaart hem daarenboven den tijd, wanneer niet alleen de Joden, maar ook zijn ganse volk uit de macht des duivels en der eeuwige verdoemenis door den Messias zou verlost worden.

72) weken

Versta hier jaarweken, gelijk Lev. 25:8; elke week van zeven jaren, tezamen makende vier honderd en negentig jaren; waar nu deze vier honderd en negentig jaren beginnen en waar zij eindigen, daarvan is verscheiden gevoelen. Sommigen beginnen ze van het eerste jaar der monarchie van Cyrus, en eindigen ze in den dood van Christus; hetwelk wel de eenvoudigste mening schijnt te zijn, uit Jes. 44:28, en Jes. 45:13; 2 Kron. 36:22,23; Ezra 1:1, enz.; doch anderen beginnen ze van het zevende jaar van Artaxerxes Longimanus, en eindigen ze ook in den dood van Christus. Anderen beginnen ze van het tweede jaar van Darius Nothus, en eindigen ze in de verstoring van Jeruzalem door Titus. Van welk alles de verstandige lezer zal mogen oordelen.

Le 25.8 Isa 44.28 45.13 2Ch 36.22,23 Ezr 1.1

73) zijn bestemd

Te weten van God. Hebreeuws, zijn afgehouwen, of afgesneden; dat is bescheiden, besloten.

74) over uw volk,

Gedurende welke uw volk en uw heilige stad zal overkomen hetgeen ik u straks zal openbaren.

75) om de overtreding te sluiten,

Of, om op te sluiten, of om te bedwingen de overtreding. Anders: dat Hij, te weten Christus] de overtreding besluit; dat is, dat hij voor de zonden des volks genoeg doe, opdat dezelve als in een kerker besloten worden, dat zij niet meer voor Gods aangezicht komen.

76) om de zonden te verzegelen,

Dat is, om te bedekken de zonden der uitverkorenen, dat zij voor het aangezicht van God niet komen. Dit heeft Christus door zijnen dood teweeg gebracht. Anders: om de zonden te verdelgen.

77) om de ongerechtigheid te verzoenen,

Te weten door de offerande van Christus aan het kruis.

78) om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen,

Hebreeuws, ene gerechtigheid der eeuwigheden, door welke alleen zij, die ooit gerechtvaardigd zijn en rechtvaardig zullen worden, moeten gerechtvaardigd worden voor God, Hebr. 9:12. Deze gerechtigheid is gelegen in de vergeving der zonden en toerekening der gerechtigheid van Jezus Christus.

Heb 9.12

79) den profeet te verzegelen,

Dat is, de profetie, te weten de profetie‰n der profeten van Christus' lijden en de heerlijkheid daarop volgende, 1 Petr. 1:11, welke God den profeten door gezichten heeft geopenbaard.

1Pe 1.11

80) de heiligheid der heiligheden

Dat is, den Heere Christus, die daar is het waarachtige heilige der heiligen, omdat in Hem al de schatten van heiligheid, rechtvaardigheid, en ook van wijsheid en kennis van God verborgen zijn, ons ten goede; en dat Hij is de ware ark des verbonds, door welken God de woorden des levens tot de wereld spreekt; de rechte genadestoel, door welken wij de verzoening hebben, enz.

81) te zalven.

Te weten met den Heiligen Geest; dat is als in te wijden en te bereiden tot zijn zaligmakend ambt.

Romans 3:27

57) roem?

Namelijk waar enig mens in zijne rechtvaardigmaking voor God van zou mogen roemen.

58) de wet des geloofs.

Dat is het voorschrift, of de leer des geloofs, die hij door een Hebreeuwse wijze van spreken bij gelijkenis ene wet noemt, gelijk Jes. 2:3.

Isa 2.3

Romans 8:3

6) Want

In deze twee verzen bewijst hij het eerste deel van Rom. 8:1, namelijk dat er gene verdoemenis voor de gelovigen is.

Ro 8.1

7) hetgeen der wet onmogelijk was,

Grieks het onmogelijke der wet; dat is, omdat het de wet onmogelijk was de zonde teniet te doen, of den mens voor God te rechtvaardigen.

8) krachteloos was,

Of, onmachtig; namelijk door de verdorvenheid onzer natuur om ons te rechtvaardigen en het leven te geven.

9) in gelijkheid

Christus' mensheid is een ware menselijke natuur geweest, doch geen zondige natuur, maar heeft alleen de gelijkheid gehad ener zondige natuur, omdat Hij al onze zwakheden heeft gedragen, daar wij door de zonde in lagen; Filipp. 2:7.

Php 2.7

10) des zondigen vleses,

Grieks des vleses der zonde.

11) voor de zonde,

Dat is, als een offerande voor de zonde, Hebr. 10:6. Of tot verzoening en vernietiging der zonde, Rom. 4:25; 1 Cor. 15:3.

Heb 10.6 Ro 4.25 1Co 15.3

12) veroordeeld

Dat is, gestraft, gedood en hun de kracht van beschuldigen benomen.

13) in het vlees.

Namelijk Christus; dat is, door de offerande van Christus, die in het vlees voor ons heeft geleden.

1 Corinthians 1:30

68) uit Hem zijt

Dat is, uit Zijne genade en kracht; gelijk Rom. 11:36. Zie 1 Joh. 4:1,2,4,6.

Ro 11.36 1Jo 4.1,2,4,6

69) in Christus

Dat is, met Christus, door het geloof verenigd; Rom. 8:1.

Ro 8.1

70) wijsheid van

Dat is, een oorzaak en stof van alle rechte wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiligmaking.

71) verlossing.

Namelijk van alle kwaad en ellenden des lichaams en der ziel, welke volkomen zal geschieden ten uitersten dage, die daarom de dag der verlossing genaamd wordt; Ef. 4:30. Zie ook Luk. 21:28; Rom. 8:23.

Eph 4.30 Lu 21.28 Ro 8.23

1 Corinthians 6:20

41) duur gekocht;

Gr. door spijs; namelijk door het dierbaar bloed van Jezus Christus; 1 Petr. 1:18,19; Openb. 5:9.

1Pe 1.18,19 Re 5.9

42) in uw lichaam

Dat is, met lichaam en met ziel, die door den Heiligen Geest is vernieuwd.

43) welke Godes zijn.

Namelijk niet alleen door het recht der schepping, maar ook door het recht der verlossing.

2 Corinthians 5:21

52) gekend heeft, heeft Hij

Dat is, die van alle zonde vrij is geweest; 1 Petr. 2:22.

1Pe 2.22

53) zonde voor ons gemaakt,

Dat is, ene offerande voor de zonde, gelijk Lev. 7:2. Of, zonde, door toerekening van onze zonden, gelijk Hij ook gezegd wordt een vloek geworden te zijn; Gal. 3:13.

Le 7.2 Ga 3.13

54) rechtvaardigheid Gods

Dat is, rechtvaardigd voor God. Of, dat de rechtvaardigheid Gods ons zou toegerekend worden; Rom. 4:4,5, enz.

Ro 4.4,5

55) in Hem.

Namelijk Christus, ten aanzien dat wij in Hem zijn, en Zijn gerechtigheid ons wordt toegerekend; Rom. 8:1, enz.

Ro 8.1

Galatians 3:10-11

33) uit de werken der

Dat is, die hunne rechtvaardigheid en zaligheid zoeken door de onderhouding der wet van Mozes.

34) die zijn onder den vloek;

Namelijk omdat zij de wet niet volkomen onderhouden, en daarom door de wet de zegening of rechtvaardigmaking niet kunnen verkrijgen. Want zegening en vloek strijden tegen elkander.

35) er is geschreven:

Namelijk Deut. 27:26.

De 27.26

36) een iegelijk, die

De apostel volgt hier de Griekse overzetting, alzo deze de mening van den Hebreeuwsen grondtekst zeer wel uitdrukt, hoewel de woorden een iegelijk en al daar niet uitgedrukt staan.

37) om dat te doen.

Namelijk volmaakt in alle delen, en op zulke wijze als God beveelt. En daaruit blijkt dat door de werken der wet hier verstaan worden, niet alleen de werken van de wet der ceremoni‰n, maar ook der zeden of tien geboden.

38) door de wet

Grieks in de wet. De apostel gebruikt deze wijze van spreken door de wet, uit de wet, uit de werken der wet, in de wet, in enen zin.

39) de rechtvaardige

Of, de rechtvaardige uit het geloof zal leven. Zie Rom. 1:17.

Ro 1.17
Copyright information for DutKant