Deuteronomy 12:11

17) keur uwer geloften,

Dat is, wat gij van het beste uitgelezen en den HEERE beloofd hebt.

1 Kings 8:29

52) ogen

Menselijkerwijze van God gesproken, wiens ogen gezegd worden open te zijn over de zijnen, als Hij zich over hen ontfermt, hen verhoort en hun goeddoet. Vergelijk onder, 1 Kon. 8:52, en Ps. 33:18, en Ps. 34:16; Zach. 12:4.

1Ki 8.52 Ps 33.18 34.15 Zec 12.4

53) Mijn Naam

Zie boven, 1 Kon. 8:16.

1Ki 8.16

54) in deze plaats.

Anders, naar deze plaats; te weten, zich wendende naar dit huis, en ziende op de beloften van uw tegenwoordigheid; zie Dan. 6:11.

Da 6.10

1 Kings 14:21

43) oud,

Hebreeuws, een zoon van een en veertig jaar.

44) om Zijn Naam

Zie boven, 1 Kon. 8:29.

1Ki 8.29

45) en de naam zijner moeder

Alzo onder, 1 Kon. 14:31.

1Ki 14.31

46) Ammonietische.

Onder andere heidense vrouwen, die Salomo van den Heere afleidden, worden ook genaamd de Ammonietische, boven, 1 Kon. 11:1,2, enz., van welke deze zonder twijfel wel een der voornaamste geweest is, die niet alleen haar man, maar ook haar zoon Rehabeam tot de afgoderij vervoerd heeft, nadat hij drie jaren den Heere gediend had, 2 Kron. 11:17.

1Ki 11.1,2 2Ch 11.17

2 Kings 21:4

10) Mijn Naam zetten.

Versta, den naam des Heeren alleen, en niet mede der afgoden. Zie den zin dezer woorden 1 Kon. 8:29.

1Ki 8.29

2 Chronicles 6:6

Psalms 132:13-14

36) Sion verkoren,

Dat is, de stad Jeruzalem, die op den berg Zion gebouwd is. Deze stad heeft de Heere verkoren, dat zijn heilige godsdienst in dezelve zou bevestigd worden.

37) heb ze begeerd.

Te weten, deze zitplaatsen, of woning, te weten, Jeruzalem, of Zion.

Copyright information for DutKant