Deuteronomy 16:11

Deuteronomy 16:14

Esther 9:10

16) doodden zij;

Niet alleen ten aanzien van het boos voornemen huns vaders; maar ten aanzien van het bevel Gods; Exod. 17:14.

Ex 17.14

17) zij sloegen hun handen

Dat is, zij namen de goederen der verslagenen niet tot zich [ofschoon de koning hun zulks had toegelaten]. Waarom? Omdat zij des konings schatkamer niet zouden tekortdoen; ook opdat zij zouden doen blijken dat zij hun vijanden niet hadden doodgeslagen om vuil gewin, huns eigen profijtshalve, maar alleen om hun lijf en goed te beschermen, en dewijl de nood zulks vereiste, want anderszins kon des konings plakkaat niet vernietigd worden.

Revelation of John 11:10

18) die op de aarde wonen,

Dat is, de aardse mense, die zich tot aardsen godsdienst begeven.

19) geschenken zenden;

Namelijk tot een teken van blijdschap, gelijk Esth. 9:19,22.

Es 9.19,22

20) gepijnigd hadden.

Dat is, met hun prediking, schriften en vermaningen hun geweten hadden geroerd, en kwelling aangedaan, om zo gerust in hun bijgelovigheden en zonden niet voort te kunnen gaan, waarvan zij door den dood van dezen nu schenen ontslagen te zijn.

Copyright information for DutKant