Deuteronomy 17:16

27) vermenigvuldigen,

Dat is, zoveel werk van ruiters en knechten niet maken, dat hij op zijn grote macht hoogmoedig worde en, tot Gods oneer zijn vertrouwen er op stellende, [gelijk de heidense en goddeloze koningen deden] zichzelven en zijn onderdanen door vermetelheid in perijkel en verdriet brenge.

28) paarden te vermenigvuldigen;

Waardoor Egypte vermaard was. Zie Exod. 14:15; Jes. 31:1,3; Ezech. 17:15, enz.

Ex 14.15 Isa 31.1,3 Eze 17.15

29) Gij zult voortaan niet wederkeren

Hebreeuws, gij zult niet meer toedoen, of, voortvaren om weder te keren. Versta, om u te wreken aan Egypte, of verbond met hen te maken, of slaven daar te worden.

Copyright information for DutKant