Deuteronomy 2:34

40) verbanden alle steden,

Dat is, wij verdelgden en roeiden hen uit ten enenmale. Alzo wordt dit woord ook genomen onder Deut. 3:6, en Deut. 7:2, en elders. Deze verbanning moest geschieden aan allen, die in vijandschap en afgoderij hardnekkig bleven. Vergelijk onder, Deut. 20, en Joz. 6:17,18,21, en Joz. 9:18,19; 1 Kon. 20:42, enz.

De 3.6 7.2 Jos 6.17,18,21 9.18,19 1Ki 20.42

Joshua 6:17-19

10) Doch deze stad

Zie Deut. 2:34.

De 2.34

11) wij uitgezonden hadden,

Te weten, ik en de oversten, zonder kennis des volks, boven, Joz. 2:1,4,6.

Jos 2.1,4,6

12) verborgen heeft.

Sommigen: wel, of, naarstiglijk verborgen heeft.

13) verbant,

Dat is, geen oorzaak zijt, dat gij zelf verdelgd wordt.

14) heilig zijn;

Hebreeuws, heiligheid.

Zechariah 14:20

79) op de bellen der paarden

Het is in verscheidene landen gebruikelijk, dat de voerlieden hunnen paarden bellen om den hals hangen, menende dat derzelver geklank de paarden enige verlichting of moed aanbrengt.

80) staan:

Hebr. zijn.

81) DE HEILIGHEID DES HEEREN.

De zin is: dat zelfs de kleinste dingen, ook die in den oorlog tegen Gods volk plachten gebruikt te worden, enz. tot den dienst van God zullen geheiligd zijn. Dit was de titel, die in een gouden plaat voor het voorhoofd van den hogepriester geschreven was. Doch daarvan, zie Exod. 28:36.

Ex 28.36

82) als de sprengbekkens voor het altaar;

Te weten, in menigte en groot getal. De zin is: er zullen overvloedige middelen zijn tot verrichting van den godsdienst, ook dienaars in groot getal, tot verrichting van den godsdienst, gelijk er ook vele offeraars wezen zullen.

Copyright information for DutKant