Deuteronomy 21:17
21) kennen, Dat is, hij zal met de daad bewijzen dat hij hem houdt voor den eerstgeborene. 22) dubbele deel van alles, Of, twee delen. Hebreeuws, den mond van twee; vergelijk 2 Kon. 2:9. Zie de aantekeningen daar; idem Zach. 13:8. 2Ki 2.9 Zec 13.8 23) recht der eerstgeboorte Zie Gen. 25:31. Ge 25.311 Chronicles 5:1
1) ontheiligd had, Te weten, beslapende Bilha zijns vaders bijwijf, Gen. 35:22. Zie Gen. 49:4. Ge 35.22 49.4 2) eerstgeboorte Dat is, het recht, dat de eerstgeborene had boven zijn broeders, genietende dubbele portie of deel in het erfgoed, Deut. 21:17. Dit werd Jozef en zijnen zonen gegeven, want in de uitdeling van het land Kanan zijn Efram en Manasse nevens de andere stammen in het lot gesteld, om hun deel te hebben. Zie van Jozef Gen. 48:22, en van zijn zonen, Gen. 48:5. De 21.17 Ge 48.22,5
Copyright information for
DutKant