Deuteronomy 32:35-36
73) die hun zullen gebeuren, Anders, die hun bereid zijn. 74) berouwen; Zie Gen. 6:6. Ge 6.6 75) hand is weggegaan, Dat is, alle macht, alle vermogen zijns volks. 76) beslotene en verlatene niets is. Of, Dat er geen beslotene noch verlatene is. Dit schijnt een spreekwoord geweest te zijn, betekenende de uiterste benauwdheid en verwoesting. Vergelijk 1 Kon. 14:10, en 1 Kon. 21:21, en inzonderheid 2 Kon. 14:26. De zin is: dat het ook zelfs met hen gedaan was, beiden die zich in de steden verstoken en verborgen hadden, op hoop van te ontkomen; of van iemand door medelijden of gunst opgesloten of in gevangenis bewaard waren, en die in het ruime veld weggelaten of gevlucht waren, menende dat men van hen niet meer zou denken, dat zij reeds van den vijand schenen verlaten en vergeten te zijn. Wanneer zodanigen mede opgezocht en achterhaald worden, of dat er zulken bijkans niet zijn, dat is een teken dat er kwalijk iemand ontkomt of gespaard wordt. Wanneer het zover gekomen is, dan wil de Heere zeggen, zal God van den hemel hulp en verlossing zenden. 1Ki 14.10 21.21 2Ki 14.26
Copyright information for
DutKant