Deuteronomy 4:11
9) midden des hemels; Hebreeuws, tot aan het hart des hemels; dat is, midden in de lucht. Alzo in het hart van de zee, Exod. 15:8; Spreuk. 23:34, en Spreuk. 30:19; idem, in het hart van den eik, 2 Sam. 18:14; in het hart der aarde, Matth. 12:40. Ex 15.8 Pr 23.34 30.19 2Sa 18.14 Mt 12.40Ezekiel 27:25-27
86) schepen Dat is, het zeevarende volk, of de passagiers. 87) Tarsis De stad Tharsis, of de Oceaan. Zie 1 Kon. 10:22. 1Ki 10.22 88) [vanwege] Of, [op] uwe markten. 89) vervuld, Te weten met allerlei rijkdom. 90) hart der zeeen. Gelijk boven Ezech. 27:4, en in het volgende. Eze 27.4 91) roeien, Dat is, uwe regenten, koningen en vorsten, die uwe leidslieden zijn, gelijk de roeiers in de schepen. 92) grote wateren gevoerd; Of, geweldige; dat is, in groot gevaar en nood van schipbreuk. Vergelijk 2 Sam. 22:17. Of, gij zijt tot zulk ene hoogte opgeklommen, dat uw val des te zwaarder zal zijn, waartoe gij de aanleiding hebt gegeven door uw grote pracht, gelijk schepen, in zware ruime wateren met hoge zeilen gevoerd, te lichter van den storm worden getroffen en verbroken. 2Sa 22.17 93) oostenwind Zie Exod. 10:13; Job 27:21; Ps. 48:8, en boven Ezech. 17:10. Ex 10.13 Job 27.21 Ps 48.7 Eze 17.10Ezekiel 27:32
101) in hun gekerm Anders, hunne kinderen zullen, enz. 102) uitgeroeide Te weten, stad.Ezekiel 28:2
1) vorst van Tyrus: Versta, den koning, gelijk onder Ezech. 28:12, en zie 1 Sam. 6:21; 2 Kon. 20:5. Eze 28.12 1Sa 6.21 2Ki 20.5 2) zegt: Of, gij gezegd hebt, of zegt; te weten bij uzelven, dat is denkt, maakt u wijs. 3) god, U toeigenende de wijsheid, macht en majesteit, die den enigen waren God alleen toekomt. 4) stoel, Als in een hemelrijk, waar mij geen vijand kon deren, noch enige heerlijkheid ontbreekt. 5) hart der zeeen! Zie boven Ezech. 27:4; alzo Ezech. 28:8. Eze 27.4 28.8 6) stelt gij nochtans uw hart, Gij vergelijkt u met wijsheid, enz. met God.Ezekiel 28:8
17) dood eens verslagenen Hebreeuws in het veelvoudig getal, doden, of dodingen [gelijk Jes. 53:9]. De zin is: Zij zullen u een geweldigen dood aandoen, zelfs in uwe stad, die met wateren omsingeld is, waarop gij u vertrouwt. Isa 53.9 18) hart der zeeen. Gelijk boven Ezech. 28:2. Eze 28.2
Copyright information for
DutKant